30 januari 2014

37 donderdag 30 januari


Met een volle rugzak en een zware bak met sieraden komt de verkoper de compound van de school op. Hij wordt hartelijk verwelkomt door de juffen. Ze verdringen zich rond de juwelen: rood,groen, geel goud. Glitter en strass. Parels en diamanten.Uit de rugzak komen lipsticks, vuurrood en mierzoet rose.Poederdozen en luxe doosjes blush poeder. ook komt er een voddig schriftje tevoorschijn. Erin lijstjes met namen en doorgekraste bedragen.
Gisteren had ik het er nog over, en vandaag mag ik dan aanschouwen hoe de juffen hun inkopen doen. Enigszins verbaasd vraag ik de hoofdjuf me uit te leggen hoe ze het nou doen. Nooit geld voor niks en wel dit soort troep aanschaffen.
"We plan it". Ze ziet mijn verbaasde gezicht.Uiteraard is kopen op afbetaling mij bekend, maar dat je nog geen brood kan kopen  is wat mij betreft toch andere koek. 
"No no no, we need this. We have so many Naming Ceremonys. we have to buy everytime something new."
Het is verbazend hoe de dames zich bij zo'n gelegenheid opdoffen. Onherkenbaar door de make-up komen ze in de mooist geborduurde chintzen. Paarse wenkbrauwen, felblauwe of rode (!) eyeliner, vetglimmende rode lippen. In de oren veel te lange strasshangers die de oorlellen uitrekken. Op de pruik een kunstig geknoopte 'tiko' Je mag dan nooit geld hebben, feest zal er zijn.







29 januari 2014

36 woensdag 29 januari



Ik ben op school. Veel te laat. Het is al pauze. Was ik vanochtend juist van plan naar school te gaan – ik was al laat doordat ik eerst de tuin moest bewateren - stond kleinzoon Malang plots voor mn neus.  
“Moet je niet naar school?” vraag ik hem, wijzend op  zijn kleren. Hij heeft geen uniformpje aan. Hij wijst naar zijn voet die zeer doet. Ik trek de kaplaarsjes uit en bestudeer de vuile voetjes. Eerst maar in de Omo en ik sommeer hem met zijn beentjes in de emmer te gaan zitten die ik zojuist voor hem gevuld heb.  Als hij uiteindelijk onder de pleisters zit bedenk ik me dat hij maar vast zijn nieuwe sandaaltjes aan moet krijgen. Volgende week is pas zijn vierde verjaardag, maar daar denken ze zelf waarschijnlijk helemaal niet aan. Doodstil staat hij op zijn nieuwe schoenen naast zijn fietsje. ‘Ja, nu kan je naar school”en samen fietsen we naar de Preschool waar ik  vandaag aanwezig hoopte te zijn.
Op school komt juf Mai direct naar me toe. Ik moet de radijsjes uit de tuin halen omdat de juffen niet weten wat ze ermee moeten. Dat krijg je als er tussen de gesponsorde schoolspullen zakjes onbekend zaad zit. Ze zaaien het maar hebben geen idee. Radijsjes..boewaah! en trekken een smerig gezicht als ik ze rauw in mijn mond steek.

Voor ik het weet is het één uur. De kinderen hebben ondertussen het bordje rijst al achter de kiezen en zijn naar huis. Nu is het tijd voor de staf om te lunchen.
“Tineke give me 50 dalasis for credit.Please!” Juf Mai smeekt me om geld zodat ze  credit voor haar mobieltje kan  kopen .. Ik zit op een veel te klein krukje voor de inmiddels vrijwel lege rijstpot en geef Mai een knipoog. In het midden ligt nog slechts een hoopje rijst, gekleurd door de groenten en de vis die er daarstraks op lag, voor de juffen zich eraan tegoed deden. Die gingen echt niet op mij wachten.
“Why you need to make a phonecall. Walk!” zeg ik lachend met volle mond.
”You want me to use my foot to Serekunda?”vraagt Mai me ongelovig terwijl ze tongklakkend haar hoofd afkeert.
Ik hou nog even vol en zeg dat ze toch net salaris gekregen heeft.
“It is too small Tineke, you know that.” Nee dat weet ik niet. Ze krijgen namelijk een goed salaris. Het punt is alleen dat ze zoveel lenen in de voorgaande maand dat bij ontvangst van het salaris dat bijkans opgaat aan het afbetalen ervan. Soms komt er een verkoper langs op school met de ‘mooiste juwelen’. De dames zijn daartegen niet opgewassen en kopen de plastic gouden oorhangers en diamanten armbanden op afbetaling.
“Thats true,”geven ze zowaar toe als ik ze dat voorhoudt.
“But I did not buy anything this month,”probeert Mai me te overtuigen, “I just payed the schoolfees for my children.”
 Met het schoolgeld dat ze moest betalen trekt ze me over de streep maar ik laat het niet blijken. Als de andere juffen door hebben dat ik haar iets geef stormen ze allemaal op me af.
 Ik probeer ondanks de discussie het restje rijst naar binnen te werken. Zelf zeggen ze geen woord als ze eten, op het gevaar af niet genoeg naar binnen te krijgen. Dat geldt klaarblijkelijk niet voor mij.
“I am too batata to eat,”zeg ik zuchtend, ik ben te moe. Juf Hawa vindt dat ik beter op moet letten en lijkt bezorgd te zijn over mijn steeds dikker wordende buik die zeer doet. Ongetwijfeld is de breuk inmiddels verdubbeld. Het lijkt me niet uit te maken. De chirurg in Nederland zei me al dat er een grote mat in aangebracht zou moeten worden.  Groot groter grootst.  Wat maakt het dan nog uit?! Ik bedwing de breuk maar weer met de zwarte niergordel en neem vanmiddag rust. Deur op slot, benen omhoog en alleen maar schrijven.

Een ochtendje op school heeft allang niets meer met lesgeven te maken.  De klussen waarvan ze vinden dat ik die als enige op kan knappen hopen zich op gedurende de dagen dat ik er niet ben.
“Tineke, je moet, je moet, je moet…..” Soms weet ik niet wat ik het eerst moet doen. Alles lijkt even belangrijk.
Vandaag moet ik de man bellen die nog steeds geen controller op de watertoren aangebracht heeft.  “We don’t call anymore. Nothing is happening. Please you call.” Ik mag de boeman uit gaan hangen en de man voor de zoveelste keer op zijn donder geven.
“Send somebody with the controller,” zeg ik beslist nadat ik hem eerst omstandig in het Mandinka begroet heb. Als hij me teveel tegenspreekt geef ik de mobiel aan Matou die het gesprek af mag maken. Al honderd keer heeft hij gezegd dat hij zou komen.
“Het is een leugenaar,”  zeg ik tegen de hoofdjuf, “volgens mij heeft hij dat ding allang niet meer, verloren of verkocht of weet-ik-veel. Daarom komt hij niet.”
De hoofdjuf zucht nog maar eens en keert haar hoofd af. Ondertussen heeft ze een nieuw probleem voor me bedacht. De watertoren lekt en de pijp moet afgedicht. Zelf hebben ze het geprobeerd met sellotape. Nu is het mijn beurt om in stilte te zuchten.  Thuis heb ik een flinke rol ducktape liggen. “Tineke you have to give that tape to Ousman now now now, because very soon he has to go to school.” Fatou hoofdjuf spoort me aan vooral nu de tape te geven omdat meester Ousman na schooltijd door moet naar zijn eigen opleiding.  Dus sjees ik naar huis op de fiets om de rol op te halen. Als ik terugkom en de juffen al rond de rijstpot zitten, wil ik het niet zomaar afgeven. Voor je het weet is de hele rol leeg. Mijn maag rammelt. De lunch moet maar even wachten.
De juffen kijken herkauwend toe hoe ik  Ousman – hoog in de toren -  aanwijzingen geef.  
“ Cut a rope from the cloth,”roep ik naarboven. Hij moet een reep stof om het lek binden in de hoop dat dat het water even stopt, zodat de tape er omheen kan. Het mag belachelijk lijken, maar dit soort aanwijzingen zijn onmisbaar als je iets goed gedaan wil hebben. Zelf rommelen ze maar wat.
Als het hem gelukt is en naar beneden geklommen is, mag hij nog snel even mijn jerrycans binnenzetten. Tapha werkt vandaag aan de auto en dus is er even geen vervoer. De flessen heb ik ondertussen al met de fiets naar huis gebracht.

De lunch smaakt me niet. Zoals gezegd ben ik te moe om te eten. De juffen doen de klassen op slot. Juf Mai blijft bij mij in de buurt. De knipoog die ik haar gegeven heeft heeft ze vertaald in ‘ja ze gaat me iets geven’.  Het ontgaat Matou niet. Ik wil niet horen dat ze ook geld voor haar mobieltje nodig heeft en loop ogenschijnlijk onverstoorbaar naast de fiets door het hete zand richting shop.  Juf Mai volgt.  Ik hoor Matou brommen in de verte.
Bij de shop staan twee vrouwen met stapels paarse batik op hun hoofd. Lakens? Of Tshirt met rappa?  Ik ben er al een tijdje naar op zoek maar laat dat uiteraard niet blijken. Het zijn inderdaad gebatikte tweedehands Tshirts met een bijpassende wikkelrok. Mai onderhandelt en komt uit op 150 dalasis. Mooi, ik geef de dames 200 en Mai mag het wisselgeld hebben.
“Say hello to your son if you phone him!” Ze bedankt me omstandig. Ik ga naar huis. Rust. Hek op slot. Al zal dat nog heel moeilijk blijken want de kinderen rukken aan de deur van het hek. Ze weten dat ik er ben.
“Dookuwoo!” Ik werk! Dat moet ze uiteindelijk overtuigen mij met rust te laten. Insjallah!
Als je geen ADHD-er bent dan wordt je het wel hier ;-)

28 januari 2014

35 maandag 27 januari


"Oh how nice Tine you come to see my garden!"
Mbay is trots en blij. We zijn met de auto naar zijn 'kwekerij' gereden. Hoeft hij een keer niet het hele eind te lopen. Ik vraag hem naar zijn fiets.
 "It has a problem."
Ik vermoed een lekke band., die voor 10 dalasis te plakken is.
"Yes Tine, indeed."
Hij maakt er verder geen woorden aan vuil.  Iemand die niet bedelt krijgt geheid iets van me.
"Find me some little saladplants please, and maybe some jabó ( ui). I pay you."
We kruipen door de bush op weg naar de garden. Een gevlochten hekje  - met heus hangslot - is de toegang.Onder de palmbomen heeft hij keurige rijen tomaten geplant.Ik verbaas me over zoveel zorgvuldigheid. De kleine slaplantjes worden afgewisseld met bosjes bieslook. Buiten de langgerekte groenten bedjes tiert de bush er welig op los. Ik zou er gillend gek van worden. Dit is geen onkruid wieden meer. In de verte prijkt een put. Een gat in de grond, afgedekt met houten sticks waarop een cementen ring geplaats is.
"We are short of water since the neighbours have a borehole" zegt hij teleurgesteld. De buren hebben stromend water en dat gaat ten koste van Mbay.  Maar hij zeurt er niet over.
"You know Tine, I do half in the morning and half in the evening.We are working on a borehole too. " Ik zeg hem dat dat toch heel duur is, misschien wel 10.000 dalasis.
"Yes Tine,  we just work on it."

Ik bewonder dit soort jongens. Mbay heeft de Secundary Highschool afgerond met diploma. Dat hij geen baan kon vinden vermeld hij niet eens. Hij houdt van tuinieren en een vriend had land. Samen proberen ze de ruige bush onder controle te houden. Terwijl Mbay ons de felgroene tomaten, de piepkleine kooltjes, de slungelige komkommerplanten en de stevige paprika's laat zien, bewatert zijn maat de bedden. Emmer schuin op de grond en met de hand water scheppen over de planten.
Apen zijn op dit moment een probleem. Dan kan je hek nog zo goed zijn, de apen komen via de palmbomen de tuin in en doen zich rijkelijk tegoed aan de groenten.  Op een stok hangt een oud sweatshirt stil te hangen. Een vogelverschrikker. Ik zou er als vogel niet van schrikken.
"No,"zegt Mbay " they don't even see it I think."  En hij lacht het probleempje weg.
Mbay is gelukkig met zijn garden. Hij verzamelt de plantjes voor me in een zakje.
"Shall we pass by Tapha's land,? It is very close, you are nearly neigbours!"suggereer ik. De twee jongens - Tapha en Mbay - stemmen in. Even later staat Tapha trots in het midden van zijn stukje land. De sticks die hij geplaatst heeft geven al een aardige omtrek aan. Tussen de sticks moet straks iets komen dat de geiten en koeien tegenhoudt. Als hij geld heeft wordt dat prikkeldraad. Zo niet, dan gedroogde palmbladeren. Enorme schermen die je tussen de sticks steekt.
 Tevreden lopen de jongens langs het toekomstige hek. "Nice land."besluit MBay. "Yes, nice land." bevestigd Tapha. Ze zijn zo gezellig samen dat ik vraag of Mbay zin heeft om de volgende dag mee te gaan naar het Festival in Sanyang. Wetend dat hij daar zeker geen geld voor heeft.
"Oh yes Tine, I like that.

Als we de volgende dag op het festival zijn en aan een flesje lurken, zegt Mbay: "I thank you that you en Tapha have taken care of me."
Ontroerend.





26 januari 2014

34 zondag 26 januari

Update 'het meisje'.
Mijn mond valt open. Ik val van mijn stoel. Ik kan veel bedenken maar dit niet. Omdat ik weet dat de boel vaak heel anders in elkaar zit dan bij ons heb ik  Omar ingelicht over het gebeurde.  We moeten het alsnog aangeven bij de politie, vindt hij. Tot zover niets bijzonders.
Echter, de politie zal haar  niet geloven omdat het twee weken geleden is. Ik opper nog dat dat heel logisch is omdat ze in shock was en vol schaamte. Daar heeft de politie geen barst mee te maken. Klaar uit. 
Ik bel het meisje op om te zeggen dat ze het alsnog aan moet geven. Inmiddels heeft ze zelf met iemand gesproken die politieman is. Niet in functie uiteraard. Hij adviseerde het tegendeel. Laat de mensen die je het verteld hebt weten dat je geluk gehad hebt. En doe er verder het zwijgen toe.
Hoezo verwerken?! Het is nooit gebeurd!! Helaas moet ik toegeven dat ik deze oplossing begrijp.  Dus kappen. Niet en nooit gebeurd. Over en sluiten.

Eerlijkheid heeft hier een te grote prijs.

23 januari 2014

33 donderdag 23 januari - a bad story

Het is tegen half elf als ze de reggaeparty op het strand verlaat. Ze is moe en wil naar huis. Haar vrienden blijven nog even. Ze loopt langs het water terug naar de lodge verderop. De volle maan is al aan het afnemen.
"Psst! Hello!" Een man spreekt haar aan in het donker.
"Hello, how are you? What is your nice name?"
Ze beantwoordt de vraag met een wedervraag. "What is your name?"
"My name is boy,"antwoordt de man.
"Boy is not a name,"zegt ze.
"I like to have a nice time with you," antwoordt de man.
Het meisje raakt geirriteerd. "Why? We don't know each other!"
De man lijkt vastbesloten zich niet te laten afpoeieren.
Het ogenschijnlijk normale gesprek neemt een wending.
 "I like to fock you."
"No, you are not going to do that," besluit ze.
Maar voor ze er erg in heeft heeft de man haar al een keiharde klap in het gezicht gegeven en op de grond gegooid. Hij is lang, gespierd en veel te sterk voor haar. Hij rukt haar slipje af. "I kill you if I cannot fock you!"roept hij uit.
"Youy kill me, okay, but no fock!"
De bastert voert zijn plan uit en rent de bosjes van het strand in als hij haar in shock achter gelaten heeft. Ze rent terug naar de reggaeparty en zoekt haar vriendin. Ze zegt niets maar laat slechts haar bebloede slipje zien.
"He rape me"

21 januari 2014

32 dinsdag 21 januari


Op de 'veranda' - een golfplaten overkapping aan het huis - zitten een stel jongens. Ik heb geen idee wie ze zijn, maar ze zitten op de compound van Omar en dus geef ik ze allemaal een hand. We doen de uitgebreide begroeting. Ondertussen bekijk ik het stel. Een paar denk ik eerder gezien te hebben. Eentje zeker niet. Hij heeft een keurig overhemd aan en laat de andere jongens platen in een groot boek zien. Op de platen staan moeders slapend onder een muskietennet, babies slap van de malaria, dokters die pillen uitdelen, etc. Ik vraag me af wat het betekent en begin een praatje met de man. Hij vertelt dat hij van de NGO Tarud is. Hij is een vrijwilliger die voorlichting geeft aan de bevolking van Gunjur. "I am Kebba Bojang, Health educater."verduidelijkt hij me en laat de platen van het boek aan me zien. Hij gaat van compound naar compound om voorlichting te geven. Dit is een uitgelezen gelegenheid om te zien hoe de mensen voorgelicht worden over Hiv, malaria en ziekte bij kinderen. Want ik wil heel graag aantonen dat de mensen hier niet gek zijn en heel goed weten hoe ze elkaar verder kunnen helpen.
We gaan naar het naastgelegen compound. Een vrouw is bezig op haar hurken vis schoon te maken. Ze kijkt op als hij zijn verhaal doet. Ik verwacht dat ze zal zeggen geen tijd te hebben. Dat ze moet koken of wassen of wat-dan-ook. Maar tot mijn grote verbazing dekt ze de schaal met vis af en roept de andere vrouwen van de compound bij elkaar. We gaan naar binnen waar de vrouwen aandachtig zijn verhaal volgen.  "Ha, ha, ha, " klinkt het regelmatig bevestigend. Ja, ja, ja. Eén keer per drie maanden moeten ze het muskietennet uitwassen.  Jajaja. Niet met Omo maar met een soort sunlight block. Jajaja. En drogen uit de zon, zodat het beschermende 'medicin' niet uit het net gewassen wordt. Jajaja.  Zwangere vrouwen moeten drie maal per zwangerschap 'fansida' slikken.. Ik probeer erachter te komen wat het is, misschien foliumzuur? Babies die ziek zijn moeten binnen 24 uur naar de kliniek gebracht worden, zodat ze niet al te ziek worden en misschien zelfs niet meer gered kunnen worden van eventuele malaria.
De vrouwen beamen alles. Maar of ze nou echt de adviezen op gaan volgen.. ik weet het niet.  Het kan zomaar zijn dat ze of te ver van de kliniek wonen, of dat ze geen geld hebben. Of de dokter zelf is niet aanwezig, zoals laatst in Kartong. Waardoor Arrogi tot de volgende ochtend moest wachten met een bezoek aan de kliniek, met een zieke slappe baby op haar schoot.

Even tussendoor een schets hoe ik dit stukje probeer te schrijven. Om me heen hebben zich drie vrouwen verzameld die mij luid bediscussiëren. Ogenschijnlijk stoïcijns tik ik de ene na de andere zin, me steeds meer bewust van het gekakel. "Sorry I cannot write like this, i stop it!"  zeg ik uiteindelijk zwaar geïrriteerd.Verbaasd houden ze even stil en kijken naar de laptop. "Dookuwoo"verduidelijk ik. Ik durf ze niet aan te kijken, want ik vermoed dat ik ze beledigd heb. Maar het is wel een stukje rustiger geworden zodat ik dit af kan maken. Zucht, Africa...soms.....!!!

ps ik geef het op om foto's te plaatsen. ik heb voor 25 euro credit gekocht en het werkt nog steeds niet.. Africa....it sucks sometimes!!!!












31 dinsdag 21 januari, gunjur





Het duizelt me. Het ene verhaal staat nog niet klaar om verteld te worden of het volgende verhaal dient zich al aan. Vier verhalen op rij. Concentratie is het enige dat me kan redden. En dus zit ik in alle stilte -Insjallah! - in de kamer van Omar en Oumi, de laptop aangesloten op elektriciteit zodat ik door kan werken. Het is dinsdag en ik zou naar school gegaan zijn als ik het niet zo druk gehad had met schrijven. Na weken kerstvakantie en daarna ziekte werd het wel weer tijd voor school. Ik was er gisteren, nam foto’s van alles wat met het water te maken heeft: drinkende kinderen, een juf die de tuin bewatert, een lopende kraan en last-but-not-least de kooksters die eindelijk weer de maaltijden voor de kinderen kunnen bereiden. Rijst met saus en een visje.  Even deed ik een geïmproviseerd lesje naar aanleiding van de nieuw opgehangen plaatjes aan de muur. Geeuwen, hoesten en schreeuwen in het Engels. Hoeveel komkommers zie je op het plaatje? Wat zijn de kleuren van de Gambiaanse vlag? Wat van de Nederlandse? Zie je die kleuren ook in de klas? Etc etc. alles een beetje hap-snap, maar toch leuk.
Ik zie het maar als thuiswerk dat ik hier zit en niet op school. Want ik wil vertellen dat het goed gekomen is met het water op school. Fantastisch zelfs. Sinds afgelopen vrijdag is de pomp weer aangesloten en wordt het water uit de put weer omhoog gepompt naar de tank bovenin de watertoren. Dat pompen gaat middels een solarpaneel.  Er is echter nog een ‘kleinigheidje’ dat verholpen moet worden: de controler. En dat is nu eens geen ‘matter of money’ maar domweg een man die moet zorgen dat dat ding geplaatst wordt en werkt.  Eindeloos heb ik contact gezocht met deze man en ik mag blij zijn dat hij gezorgd heeft dat er water is op school. Maar als de controler niet aangesloten wordt gaat de tank overstromen als die vol is. En dan kan je erop wachten dat de boel weer weg gaat rotten. Zucht. Hoe krijg je iemand daar waar je hem hebben wilt?!  Geen idee. Eindeloos zeuren, bellen, dreigen, weer bellen, meer zeuren, etc etc. Tien1 mag het verder doen. Ik vrees dat de man helemaal gek wordt als ik weer bel.
Gistermiddag na school ging ik naar Tien1, haalde mijn breiwerk tevoorschijn, niet van plan om me daar nog langer van af te laten brengen. Een tas vol met kleurige wol om babymutsjes te breien en het eerste mutsje is nog niet eens af. Als twee bejaarde dames zaten we uur na uur te breien. Heel apart als je bedenkt dat ik nooit verder kom dan een halve pen. De kids dwarrelden om ons heen, wij dronken eens een theetje, aten van de rijst, of genoten van een colaatje.  Tegen vijven deed Tien1 nog even de winkel open. Respect hoe ze met die alsmaar afdingende vrouwen omgaat. Ik wordt er woest van als ik hoor dat ze de gevraagde 350 dalasis gereduceerd willen zien tot 100. Stapelgek zou ik ervan worden. Weg met die wijven! ;-) Maar Tien1 doet het op haar eigen manier en managed het. Full respect!
Ondertussen doet Tapha van alles aan mijn auto. Ik weet niet eens wat er allemaal mis aan is en ben dan ook stomverbaasd als hij me probeert uit te leggen dat er een bladveer gelast moet worden. Rij ik rond met een gebroken veer? Of helemaal geen? Ik herinner me dat Omar me destijds door de telefoon er iets over vertelde. Ik probeer het niet allemaal te snappen, maar accepteer wat ze me vertellen en vertrouw erop dat ze doen wat nodig is. Een heel aparte houding moet ik zeggen, die ik me hier aangemeten heb. En daarmee ook de enige houding die werkt. Heerlijk is daarbij wel dat ik de mensen met wie ik omga kan vertrouwen. Nog nooit hebben ze dat vertrouwen geschaad. Heel bijzonder, want armoe brengt oneerlijkheid met zich mee. Omar heeft zijn eigen bedrijf, zijn eigen geld en is daarmee mijn eerste vertrouwensfiguur. Ik behoor tot zijn familie volgens hen. Daarom kan ik ook samen met hen de roundhut bouwen, die in naam van hen gehuurd wordt maar in werkelijkheid mijn eigendom is. Mijns inziens moet je hier geen bezit willen hebben. Om diverse – politieke – redenen. Wat je niet hebt kan je ook niet afgenomen worden.
Tot zover, het volgende verhaal dient verteld, voor ik het allemaal vergeet...





Mama Darboe en de andere dames koken weer de maaltijden voor de kids


Juf Mai bewatert weer de groententuin                                                                                       De kids drinken weer water


..en ik..? ik brei er een eindje aan.. just to relax ;-) want dit stukje heeft me maar een volle dag gekost om te posten..


20 januari 2014

30 maandag 20 januari


Twee dagen achtereen zat ik /hing ik rond op Tapha's compound. Fatou zou mijn haar gaan doen voor mn verjaardag. Gewapend met drie pakken nephaar volgde ik het leven op de compound. Want veel wachten - waarop? geen idee- en dus alle tijd om te observeren. Kinderen kregen namen, ik begon te begrijpen wie hun moeder is, wie hun vader. Hoewel dat laatste pas gisteren tot me doordrong, toen ik kleding uitdeelde. Er wonen minimaal zes gezinnen verdeeld over twee compounds met op elk een langgerekte huis. De kinderen lopen door elkaar, krijgen van iedereen op hun donder en spelen zonder speelgoed.  Het snot wordt af en toe door een zusje weggeveegd. Soms met de zoom van hun rappa - wikkelrok - soms met hun blote vingers.  Alleen de oudere kinderen gaan naar school. Geen kleuterschool dus voor de kleintjes. Hun spelen bestaat voornamelijk uit aan elkaar trekken, schoppen, over elkaar heen buitelen, elkaar achterna zitten en door het zand sleuren. Een favoriet spelletje schijnt te zijn om  met een stokje een kind achterna te zitten en die vervolgens daarmee een pak slaag op de billen te geven. Wonderlijk genoeg spelen de geslagen kinderen huilend mee, zonder tranen.   Father Mos is een jongetje van twee en een half jaar vermoed ik. Zijn voetjes staan altijd gespreid en hij gaat dan ook dansend door het leven. Maar te dicht bij mij komen is eng. "Give hand!" commandeert regelmatig een zusje. Dan komt hij angstig dichterbij en geeft me een keiharde klap op mijn geopende hand. Met een blik van "zo, die zit" danst hij weer met kromme beentjes de compound over. Half een baby, half een macho. Heel bijzonder.
Een hoop gekrijs doet me naar buiten gaan ( ik zit af en toe even te schrijven op de laptop). Wordt er een kip geslacht? Een jongetje houdt trots de kip omhoog voor zijn gezicht. Hij plaagt er andere kinderen mee. Duwt de kip in hun gezichtjes, dikke pret. Vooral als ze verschrikt wegrennen. "What is the matter?"vraag ik nieuwsgierig.
"It is Seeny chicken"antwoordt de jongen, alsof me dat duidelijk maakt waarom hij de krijsende kip in een wurggreep houdt. Ik kijk over de muur die de compound scheidt van de Compound van de Christians. Daar is Seeny in de weer met kuikens. Ze rennen steeds voor hem weg en verstoppen zich onder een bos hout. Seeny is duidelijk boos. Zijn enige kip heeft zeven jongen gekregen en is door een gaatje in de muur ontsnapt naar de buren.
"You drink attaya?" Buba van vijftien is de grote attaya-maker. Stil kookt hij potje na potje sterke theevoor de mannen die aan het werk zijn. Ik wurm me door een soort hekje van gevlochten riet. Voor me liggen tientallen mudblocks onder de Mangoboom.  Ernaast een enorme diepe kuil, waar de modder uit gestoken is. Als ze mijn vragende gezicht zien antwoorden ze me: "Is Ibrimah house.."ok, en wie is Ibrimah? Hij steekt zijn hand op, spreekt Frans. Aha, de broer van Buba misschien? "Oui Oui, cést mon frere, moi je suis grand frere." Duidelijk, Buba en zijn broer komen uit Ziginchor in Casamance, Zuid Senegal. Ze moeten wel familie zijn want anders woon je hier niet. "Buba mother and Seeny father same father and mother" verduidelijkt Tapha me. Het duizelt me. Probeer me de vader voor de geest te halen. "They are going to build a house next to me." Ik kijk naar Tapha's onderkomen onder het golfplaten dak. Tussen de twee compounds is nog een stuk zand over. daar zal dat huis dan wel komen. De mudblocks worden te drogen gelegd en eenmaal hard kan het stapelen beginnen. niks geen fundament, want geen geld voor cement. Met een beetje geluk overleeft zo'n huis het regenseizoen.
Een al wat ouder meisje - elf? - reikt me een boek aan en begint hardop te lezen. Binta. Ze vertelt dat ze naar school gaat, waar ze vandaan komt en of ze op de compound woont is me een raadsel. Ik open het boek en bekijk de plaatjes. "Read!" Okay, in no-time staan er acht kinderen te dringen om te luisteren naar het voorlezen van mij. Allemaal willen ze met hun neus op de plaatjes zitten. Als het boek uit is, beginnen ze te repeteren wat ze ervan opgepikt hebben. Stoel, tafel, bloemen, schildpad, beer, etc etc. Ruim een half uur geen getrek en gewurm in het zand. Gewoon even een boek lezen. Binta is trots dat ze zo goed Engels spreekt. Ze houdt stilletjes mijn hand vast en vleidt haar koppie stiekem tegen mijn dij. Een groot meisje dat ook zo graag geknuffeld wil worden.

Naast mij rinkelt de telefoon. Oh hemel, het is alweer gedaan met de rust. De enige manier om een stukje te schrijven is 's ochtends vroeg in bed, onder het muskietennet. Tapha draait zich dan nog een aantal keren om als ik me probeer de situaties weer voor de geest te halen. Ik noteer allang niets meer in een boekje. Ik onthoudt het of niet. Klaar.
"Hello Tinika, its me, Ndaye" klinkt het aan de andere kant van de lijn. "My sister is going back to Dakar, with little Tinika!" Nadye uit Dioloulou, de moeder van Kleine Robbie, de tante van het geopereerde meisje Marrie. Na de bevalling keren de vrouwen hier naar hun moeder terug om in alle rust borstvoeding te kunnen geven. Of misschien ook om een andere reden. Je weet nooit helemaal zeker waarom. Maar dat het een gewoonte is is zeker. De mannen moeten het dan thuis met de andere kinderen alleen rooien. Ndayes zuster is bij haar moeder sinds eind oktober. Het is tijd om terug te keren naar haar man en kinderen.
"Okay, give me"commandeer ik, in de veronderstelling dat ik haar zus te spreken zal krijgen. Tuut-tuut-tuut. De lijn is verbroken. netwerk of geen credit meer? Ik bel terug.
"I want to say goodbye to your sister". In mijn beste school frans probeer ik de moeder van baby Tinika goede reis te wensen. Ze drukt de baby duidelijk tegen de hoorn. Maakt geluiden die de baby aan moeten sporen iets te brabbelen. 'taa taa!' . Dwars er tussendoor - beleefd afwachten heeft geen zin - roep ik "Bon Voyage"in de hoorn. In rap Frans probeert ze me geloof ik duidelijk te maken dat ik gauw langs moet komen in Dakar. "Tu viens oui?!" Ja ja , ik kom en denk aan het gehannes met visa en wat-al-niet. Gelukkig kan je hier van alles beloven. of je het waar kunt maken is niet belangrijk.

Ik hou het schrijven over Tapha's compound voor gezien.  Dat ik alles na kan vertellen is toch een illusie. De zon begint al kracht te krijgen en ik zal de tuin moeten bewateren voor het te heet is.  Tapha is inmiddels wakker geworden. "Put water for coffee please" , want aan een kopje nescafe ben ik wel toe inmiddels. Het is negen uur op maandagmorgen. de dag gaat beginnen.




modderblokken maken




Seeny met een van zijn kuikens van zijn enige kip.
Op zoek naar het zevende kuiken











Fatou, die twee maal zeven uur mijn haar gevlochten heeft



19 januari 2014

29 zondag 19 januari, Sanyang

Al weken zijn ze aan het oefenen voor het komende festival in Sanyang. Een stuk of twaalf drummers en even zoveel meisjes die dansen. Ik volg ze op zaterdag als ze oefenen en heb al menig videootje van ze geupload. Halverwege de training  kwam er een schriel bottig meisje van een jaar of negen langs. Haar stijve beentjes stampten mee me met de muziek. Genoeg voor de 'dansleraar'om haar vooraan tussen de andere meisjes te zetten. En nu, weken later, danst ze met de grote meisjes mee. Het is aandoenlijk, haar schele gezichtje glimt van inspanning. Ze geniet zichtbaar. De rits van haar schotsgeruite rokje hangt op half zeven. Voor de zekerheid heeft ze daarom waarschijnlijk een spijkerbroekje eronder aan gedaan.









28 zondag 19 januari Gunjur

Mijn hoofd is een verzamelplaats van uitspraken die ik perse wil onthouden. Bijna oneliners.
Manlafi tegen zijn klusjesman die in een spierwitte doktersjas met geborduurde naam op het borstzakje een slot probeert te 'repareren': "Hy man, why do you wear this uniform! You don't even have school!" De klusjesman: "I am a doctor. Even my brother is a doctor. So I need it." Logisch... dat Manlafi dat nou niet begrijpt..

"Come mama, see my rice!"  Ik loop mee naar binnen . Ze zoekt een zaklamp en schijnt op een bos rijst dat prachtig bij elkaar gebonden is tot een ronde bundel. "You know.. I do it all alone. I have only this girl,"en ze wijst op haar dochtertje van 7 jaar. Nee die kan ze niet echt als werkpaard gebruiken. Maar de jongens dan? Ze haalt haar schouders op. Niet goed genoeg voor huishoudelijk werk?

Rrringg! De telefoon. "Hi mama, how are you? "
"I am fine, fine, thank you.
Stilte. Wil hij iets? Het is Bay die me ooit geholpen heeft de garden te beginnen. Laatst kwam hij sla plantjes brengen en stekjes om later tegen de roundhut te plaatsen.
"How is Tineke1?"
Ik ben verbaasd, die kent hij alleen van naam.
"Yes, I know I do not know her. But she is good friend of you, so she must be a good woman. I like to meet her.' Ik poeier hem af met de mededeling dat Tien1 de telefoon al de hele dag uit heeft staan. 
"Okay, next time." tuut-tuut-tuut.






My Birthdayparty at Lida's place in Gunjur Beach

16 januari 2014

27 donderdag 16 januari


Een update, oftewel.. hoe het met mezelf gaat.
Flink gekwakkeld om het maar even eufemistisch uit te drukken. Vorige week dinsdag werd ik 's nachts met diarrhee wakker. Al gauw ging ik overgeven. Koorts. Klappertanden. Ik kroop in het verste hoekje van het bed weg. Maar niet ver genoeg om gevonden te worden gelukkig.
"Tin, you should go to hospital". Omar mecanic staat met Tapha aan mijn bed. Wat is er gebeurd? Waar komen ze vandaan? Hoezo hospital? Ze wachten nog even mijn antwoord af, maar als die niet komt beginnen ze aan mijn benen te sjorren. Ik ben een slappe lappenpop. Willoos. Ze zetten me in de jeep. Ik hang in de touwen. De wereld gaat aan me voorbij.
Bij de receptie van Bijilo Medical Clinic staat de rolstoel klaar. Even later lig ik aan het infuus. Me daar trouwens nauwelijks bewust van. Wat er de komende dagen allemaal gebeurt laat ik voor wat het is: malaria in de hersenen (???) en een 'stomach infection'. Of dat staat voor 'voedselvergiftiging vraag ik me af. Maar ben te ziek om me om het antwoord druk te maken.
Vier dagen was ik met de Malarone tabletten gestopt. Mooie boel. Hoe moet je je in godsnaam beschermen als je die troep niet langer dan twee maanden mag gebruiken?!
"Just stay away from the mosquitos" antwoordt Dr Musa als ik voor controle terug kom. Hij legt me nog eens uit hoe het zit. Dat je met Malarone niet te testen bent en dat ze op de symptomen afgaan om uitsluitsel te geven. "You look very well, I do not recognise you!"roept hij vrolijk. Dank dank, ik ben ook blij dat de jongens me meteen naar de kliniek gebracht hebben, waar de malaria meteen gekilld kon worden.
"Don't think about it anymore"zegt dr Musa, "its all over now."
Nog één keertje moet ik er aan denken, om dit te schrijven. Hoe beroerd ik me heb gevoeld die drie dagen  laat ik maar zitten. Nu heb ik alleen nog rugpijn. En Tapha ook. Al een week. In de kliniek lag hij verstijfd van pijn op het andere bed. Twee krukken.
De tuin is al een week niet door mij bewaterd. De dochter van Matou doet dat gelukkig. En gisteren, toen ik voor controle moest en pas bij donker weer thuiskwam, Matou zelf. Ik verlang naar de plantjes. De sla, de sweet pepper, de stekjes van Marijke. "" De bananenplanten bij de roundhut!!"schiet het door me heen. Tapha heeft een van zijn boys opdracht gegeven naar het land te gaan om ze te bewateren.

Hopelijk kan vandaag of morgen het gewone leven weer beginnen. Tien1 is inmiddels met de shop begonnen. De klanten gedragen zich voorbeeldig: stelen niet, dringen niet en betalen zowaar. Het is een makkie vergeleken met andere keren toen het op de Dwaze Dagen van de Bijenkorf leek. Ze is wel kapot moe. Hopelijk kan ze met mijn geplande uitje mee: Monkeygolf. Iets wat niets met golf te maken schijnt te hebben maar alles met heel veel plezier tussen de aapjes. Zaterdag misschien, een cadeautje voor mn verjaardag!
Groetjes van mij, Tien

controle in de kliniek: 86 kg! hoera!!
Tapha met nieuw shirt en pet uit Tiens shop



15 januari 2014




"Je suis le Champion, le Champion!!" roept Mbafatou trots en drukt Petit Robbie nog eens extra tegen haar borst. "Oui! Oui!"roept ze nog maar eens tegen de camera, om vooral te benadrukken dat Kleine Robbie het twee jaar geleden zonder haar niet gered zou hebben. Het jongetje is uiteindelijk in een ziekenhuis in Dakar geboren. Zijn moeder Ndaye, dochter van Mbafatou, was psychotisch en weggelopen uit het ziekenhuis in Banjul. Drie dagen was ze spoorloos, tot ze opdook bij haar zuster in Dakar. Met een buik-op-alle-dagen en een baby in stuitligging. Als een haas vertrok Mbafatou naar Dakar om haar beide dochters te ondersteunen. De kleinkinderen van Mbafatou bleven bij de oude gehandicapte opa achter in Gambia. Dat was het moment dat ik er in sprong. Ik sommeerde de kinderen zich elke dag bij Matou en mij te vertonen. Dan zouden ze 'fishmoney and firewood' van ons krijgen om van te leven.  Maar een ongeluk komt nooit alleen. Het op een na oudste meisje kreeg een steeds dikkere buik. Elf jaar en nog een kind. Zwanger leek me onmogelijk. Om een lang naar verhaal kort te maken: ik liet haar opereren in Banjul. Ze had een 'teratoma' ter grootte van een voetbal in haar buik.
Er moest geld komen, dit kon ik niet allemaal bekostigen. Ndaye in Dakar moest bloed hebben en het Senegalese ziekenhuis moest betaald. En dan nog de reis terug naar Gambia voor moeder, dochter en kersvers kleinkind.Ik startte een sponsoractie en vroeg om hulp uit Nederland. Die kwam, geweldig! Ze moesten maar geld zien te lenen. Terug in Gambia kon ik hun het terug betalen. En zo gebeurde. De twee zussen en grootmoeder huurden een stoel in een Peugeot 'set places' en vingen de lange reis terug aan. Ndaye totaal van de wereld en zwaar onder de medicijnen, grootmoeder dolblij en trots op het kleine wondertje.
Ondertussen probeerde ik te begrijpen wie-wie nu eigenlijk was. De zus van Ndaye bleek de moeder van Marrie, het geopereerde meisje. Ik zag haar nooit want  met het sponsorgeld ging zij direct rechtsomkeerd terug om het aan de lieve lener terug te betalen. En daar zaten ze toen weer bij mekaar in Gunjur. De oude opa, zijn vrouw Mbafatou "le champion", de inmiddels geopereerde Marrie, de andere kinderen en de totaal gedrogeerde Ndaye.Borstvoeding was onmogelijk, er moesten blikken melk komen, poepdure blikken. Een tweede actie om dit voor elkaar te krijgen lukte. Ik vond enkele lieve mensen bereid en het jongetje kon een jaar lang melk en pampers krijgen. Want om oma  nou ook nog op te zadelen met vuile luiers leek me teveel.

En daar is Robbie nu, op schoot bij grootmoeder MbaFatou: twee jaar oud een een hele boy! Het fietsje dat ik voor hem gereserveerd heb lijkt al haast te klein voor de stevige lange beentjes. Marrie vliegt me om de hals en neemt direct weer afstand  om haar buikje te tonen. Op de donkere huid is het litteken haast niet zien.Het is een emotioneel weerzien. Want dit is ook de eerste keer dat ik Marrie's moeder ontmoet. Twee druppels water. Ze steekt een baby in de lucht en roept: "Tinika! Tinika!" Daar is mijn eerste Tineke-tje in Afrika, genoemd naar mij, op zn Afrikaans gespeld. Dikke papwangen en diep liggende oogjes, ik heb ze knapper gezien haha! Het is geen verrassing voor me. In Nederland werd ik vlak voor vertrek opgebeld door Ndaye: "You have a namesick! Marrie mother have a baby!" Me realiserend  wat er nu van mij als peettante verwacht werd rende ik nog gauw naar de Zeeman om spullen te kopen.  Voor de baby een rose pakje, de meisjes een jurkje en een legging, Robbie een nieuwe broek.En natuurlijk ondergoed.  Het is de enige famile die nieuwe kleren van me krijgt, vers uit de winkel met het kaartje er nog aan. Later fluistert Marrie's moeder me in het oor dat ze geen babyolie heeft en ook geen poeder. Marrie rent naar de winkel met het geld dat ik haar meegeef. Ndaye - moddervet van de medicijnen maar niet langer psychotisch -zit aardappels te schillen om patat te bakken voor ons, ze praat aan een stuk door, blij dat we er eindelijk zijn. Een meisje haalt de rotte plekjes uit de berg sla. In de keuken pruttelt een pot met vlees. We zullen als koningen onthaald worden. Maar de natuur gooit roet in het eten. De zon dreigt onder te gaan en dit is Casamance. Niet rijden in het donker vanwege de rebellen die het dan op je gemunt kunnen hebben. In een oude boterdoos legt Nday de patattten en de sla. "The meat is not ready yet" zegt ze spijtig. Ik vind het allerminst erg. Zie altijd dat vlees met die vliegen voor me bij de 'slager'. No problem Ndaye!
We nemen afscheid. Knuffel knuffel, zoen zoen, nog een knuffel en dan tuffen we de inmiddels roodbeschenen zandweg op. De hemel is knaloranje. De palmbomen zijn silhouetten. In het donker vinden we veilig ons huisje in Abene terug. Niets gebeurd gelukkig! We smullen van de sla en de weke lauwe patatten. Een namaak whisky erbij en de dag kan niet meer stuk.
Het is 'Ouwejaar',  31 december 2013.















10 januari 2014

Serious Request Africa

... ik wist het ik wist het!!! lieve mensen! Het geld voor de totaal gerenoveerde watertoren is er gekomen!!!! We kunnen de hele toren nu betalen, incl. de verf! Top Top Top!!!!
Al mijn lieve familieleden, vrienden en kennissen (misschien zelfs een oud collega?) hartelijk dank! Fijn om het voor elkaar gekregen te hebben, dank dank dank!!Ook namens de juffen en meester op school. Ze zijn apetrots dat ik het in de kerstvakantie voor ze geregeld heb. Nu nog een Gambiaan dwingen om de boel weer aan te sluiten Ik hou jullie op de hoogte! liefste groetjes tien

ps hou het even kort want aan het bijkomen van plotselinge en vrij ernstige malaria. tot later!

07 januari 2014

Video ..a dream comes true..

de 'roundhut' .. een droom die opeens waar lijkt te worden

Als kind had ik een boekje. het ging over een 'neger'kindje, compleet met strooien rokje en kroeshaartjes. Ze woonde in een hutje,een rond hutje met een strooien dak. Naast de hut stond een palmboom.De zon stond hoog aan de hemel. Afrika. Was ik katholiek geweest dan was ik 'zuster' geworden in Afrika. Maar ik was protestant en bovendien raakten de kinderdromen op de achtergrond. 
Toen ik - eindelijk - op mijn zevenenvijftigste naar Afrika ging, kwam dit boekje me weer voor ogen. Onderweg met de Amsterdam Dakar Challenge sliep ik voor het eerst echt in zo'n hutje. Wat zou het heerlijk zijn zelf zoiets te hebben om in te wonen...
vlnr Omar, ik, Tapha
Jaren later - ik ben dan al drieënzestig - doet Omar me een voorstel. Waarom altijd huur betalen voor een huis? Het is toch veel beter van dat geld zelf iets te bouwen?
En hutje, ja! Ik was er direct voor in. Na enig heen en weer gefantaseer van hutje naar gewoon huis tot weer een hutje, staat er nu het begin van de 'roundhut'. Geen hutje, maar een een heus rond huis van wel 10 meter doorsnee. De helft is woonkamer, de andere helft wordt verdeeld over twee slaapkamers en een badkamertje/toilet. Als ik niet zelf erbij was geweest had ik niet geloofd dat dit mijn toekomstige huis wordt hier.. A dream comes true!!!






vlnr mijn Samurai en die van Omar