Moet ik me verontschuldigen dat ik nu pas internet op ga?
Nee dus, het gaat goed met me. Ik ben blij dat ik hier ben ondanks mijn
ongemakken.
Ik heb een kamer in gebruik
genomen in een groot verlaten huis op een even verlaten compound aan de overkant van waar ik
vroeger bij Mariatou woonde in Gunjur. Geen Kartong helaas, maar
terug op ‘honk’. Dat is dan ook meteen de
reden dat ik afgelopen week continue druk geweest ben. Het huis schoonmaken,
een keukentje fabriceren, mijn kamer inrichten en ondertussen honderden mensen
begroeten. Tientallen families op evenzoveel compounds en ik ben nog niet ‘klaar’.
Als een lopend vuurtje gaat het “Tineke nataa!” – Tineke is gekomen! En niks is
lulliger dan iemand overslaan met begroeten. De begroeting in het Mandinka is
het belangrijkste bij een ontmoeting. Schier eindeloos gaat het ‘sumulee-ibidjee-korta
nante- tanante’ over en weer. Ik kan het dromen, hoewel ze nog steeds kans zien
me in verwarring te brengen en ik hopeloos om me heen kijk of er iemand is die
me kan influisteren wat ik nu weer moet antwoorden.
In vogelvlucht komt mijn dagindeling hier op neer: opstaan, ontbijten,
twee dagen per week naar school, lunchen, de tuin doen en vuil verbranden, bijkomen
op de veranda met een biertje en naar bed.
Het lijkt simpeler dan het is als ik het zo opschrijf. Alleen al het
water halen ’s ochtends is een waar ritueel. Het uitzicht als ik de deur
opendoe is prachtig. Een paradijsje met palmbomen. De laagstaande zon verlicht
de baobabboom in de verte en de vogeltjes in de mango- en sinaasappelbomen
kwetteren me wakker als ik op de put af slof.
Slaperig hijs ik de rubberen tap emmer omhoog uit de diepe put en kieper het water
in de klaarstaande kleurige emmers. Vriendje Tapha brengt ze naar de ‘badkamer’..
een grof cementen hok aan mijn slaapkamer met zowaar een douchebak om in te
staan. Dan tappen we nog een flink aantal emmers om het toilet door te kunnen
spoelen en we kunnen aan de koffie cq de taalles. Tapha wil graag Nederlands
leren en ik Mandinka. De conversatie is dan ook niet erg hoogstaand, want
beperkt tot ‘ ik hou van koffie met suiker en melk’ tot ‘ ik ben lasser en werk
in een garage’. Van de conversatie moeten we het sowieso niet hebben want Tapha
is zogezegd geen ‘speaker’ en bovendien nauwelijks Engels machtig. Gelukkig hou
ik van alles wat een uitdaging is,
challenger
waardig. Er is wat mij betreft genoeg over om een relatie met hem te hebben.
Ik
zou zonder hem niet eens in het huis kunnen wonen als ‘toubab’
(witte) want kansloos voor dieven. Overigens
grappig dat ik het in Nederland niet in mijn hoofd zou halen om samen te wonen,
maar hier vind ik het steeds meer gewoon worden.
De verdeling over wie-wat-doet ontstaat domweg
doordat ik bepaalde dingen niet kan doen ivm met de buikbreuk. Zwaar tillen
wordt direct afgestraft. En dus voeg ik me zo veel mogelijk in de rol van ‘
huisvrouwtje- die-koffie-zet’ . Helaas kan ik me moeilijk inhouden wat de
compound betreft. Overal staat onkruid, dat alles wat ooit gezaaid is
overwoekert. De mandarijnenboom probeer ik nu te redden van een wisse dood.
Alle oude takken heb ik gisteren verwijderd, alsmede de winde die hem totaal
omsloot. Met tientallen emmers water hoop ik hem opgepept te krijgen. Van de
tientallen val-mandarijnenen en sinaasappels heb ik siroop gemaakt zodat ik de
kids limonade kan geven als ze komen spelen. Want dat doen ze.
Ze steken op gevaar van eigen leven met hun vier jaar de
drukke hoofdweg over om naar mij toe te gaan.
Ze stormen mijn kamer in op zoek naar het speelgoed dat in de hoek
staat. Ik hoef ze niets meer te vertellen. De zak met blokken ligt in no time
verspreid in het stoffige vuile zand en de speelgoedauto’s denderen over het
kapotte betonplaatsje achter het huis. Kleinzoon Malang met zijn buurjongetje
Mustapha zijn al kind-aan-huis en marcheren rond het huis als mini soldaatjes. Al
gauw komen de buurkinderen erbij. De mandarijnenboom moet het ontgelden en met
Tshirtjes vol groene mandarijntjes staan ze voor me. Of ik ze maar even wil
pellen voor ze. Ik voel me een oma, zittend op een plastic stoel midden op het
veld, omringd door kinderen die met hun vuile knuistjes de ene na de andere
mandarijn aanreiken. Ondertussen
knettert het vuur van de dode takken en de vuilnis. Ik ben thuis.
En nu dan op school. Voor wat hoort wat. Als ik hier wil
leven moet ik ook iets terugdoen. En dus heb ik besloten twee dagen per week op
de kleuterschool te assisiteren die door onze stichting Happy Gunjur gesponsord
wordt. Het is de school waar ik in 2009 les gegeven heb. Ik heb niet altijd een
goed gevoel aan die tijd. Teveel heb ik
destijds onze manier van lesgeven op willen leggen. Compleet met alle
leermiddelen die wij op de basisschool gebruiken. Ik merkte toen al dat dat
niet de manier is. Onze cultuur opleggen is geen kunst. Ze bewonderen alles wat
van Europa komt. Kunst is het om de Afrikaanse cultuur te volgen, te begrijpen,
en van daaruit misschien iets Europees toe te voegen. Op voorwaarde dat ik slechts
assisteer in de klas wil ik het graag doen een paar dagen per week. Het zal me
even zo goed nog veel moeite kosten om me op
de achtergrond te houden.
Vandaag eerste dag op school. Rustigjes an en vooral niet uitsloven
is de boodschap waaraan ik me te houden heb. Achterin de klas zittend heb ik
geprobeerd het Koran gebed mee te doen . De Arabische juf heeft het me zo goed
en zo kwaad als het ging voor gezegd en ik heb het zowaar een keer mee ‘
gezongen’. Zingen is hier meer met schelle stemmetjes schreeuwen en de melodie
is nauwelijks te herkennen. Helemaal omdat de juf zelf moeite heeft om toon te
houden, dat wil zeggen… vals zingt. Na een half uur komt juf Hawa haar klas
weer opeisen. Ze heeft een duidelijk programma dat ze op haar tafel heeft
liggen. CD – creative development is nu aan de beurt. Ze showt me een lesschema
dat ze van hun sponsors in UK gekregen hebben. Die geven van tijd tot tijd
bijscholing. Ik lees dat er iets hoort te gebeuren met krijt en papier en
scharen. Maar niets is wat het lijkt.
Juf Hawa houdt zich weliswaar aan het onderwerp – namelijk hoe een plant
groeit – maar verder lijkt ze totaal haar eigen gang te gaan. Ze neemt de
kinderen mee naar buiten en legt uit hoe het plantje eerst een zaadje was.
Vervolgens gaat ze met de kinderen weer naar binnen en tekent op het bord alles
wat je nodig hebt om een plant te laten groeien. De woorden schrijft ze er in het Engels bij. Ze
doet een greep in een prachtige doos met kleurpotloden en geeft ieder kind een
potlood, onverschillig welke kleur. Dan nog allemaal een velletje papier van
10x10 cm en ze kunnen aan de slag met natekenen en naschrijven:
put-bed-schoffel-zaad-plant-water. Ik maak van de gelegenheid gebruik om het in
Mandinka in het hoofd te prenten.
De bel luidt. Pauze. Wij eten ‘bread with beans’ a 7 dalasis en de kinderen
kopen voor 1 dalasi een stukje stokbrood met spaghetti. De jongens klimmen in
bomen, de meisjes proberen te springen met veel te lange springtouwen. Het
volgende moment doe ik niets anders dan touwen inkorten. Weer de bel. Ik
besluit me af te zonderen en te proberen een eerste stukje te schrijven,
zittend in de Staffroom. Helaas niet voor lang. Juf Hawa heeft heel goed
begrepen wat ik wil en dus vraagt ze nu om assistentie. Vragen kent men niet in
Afrika, commanderen des te beter. “Tineke come. You have to read a book with the children”. Haastig sleep ik de laptop mee naar de
klas en prober uit het enorme boek voor te lezen. Ik moet zowat mijn armen wijd
houden om de bladzijden om te slaan. Echt handig is het niet, maar wel leuk. Bij
elke zin vertaalt Hawa in het Mandinka terwijl ik me concentreer op het ‘op-zn-kop-lezen’
van het boek.
Weer de bel. De school gaat uit. De kinderen snellen naar de
eetzaal om hun bordje rijst met en groenten te nuttigen zodat ze met een vol
buikje naar huis gaan. Een verdienste van onze stichting: www.happygunjur.nl.
En dan mogen wij, de 6 juffen en 1 meester. De schaal met
rijst wordt in het zand gezet. Stoelen en bankjes eromheen. Dan wordt het stil.
Handen grijpen in de rijst, stukjes vis worden los gepeuterd en los in de
schaal gegooid. Kop en graat worden apart gelegd om later af gekloven te
worden. In nog geen 5 minuten is de enorme schaal leeg. De kookvrouwen
vertrekken met torenhoog pannen op het hoofd.
Eerste schooldag zit erop.
ps de fotoos bekijkend realiseer ik me temeer dat ik al zo lang hier ben en zoveel niet beschreven heb: het schoonmaken van Tapha's nieuwe lapje grond in de bush. Het eindeloos fikkie stoken cq vuil verbranden. De djembe groep aan het strand. De afgebroken parasols in Paradise Beach. Meer meer meer, veel veel veel. Kanaale.. het komt...of niet ;-)