07 maart 2014

54 vrijdag 7 maart 2014

Update april 2014: In Nederland schrijf ik hier

vlnr Salieu met Sally, Mustapha, Malang, Matou, Mama en ik
 vlnr Salieu met Sally, Mustapha, Malang, Matou, Mama enTapha


Amsterdam

“Ondertussen ergens anders”.
Graag had ik deze zin als titel gebruikt voor mijn laatste posting hier. Als afsluiting van mijn verblijf in Gambia.  Het is echter het thema van de komende Boekenweek.
Dat ik ondertussen ergens anders ben is evident.  Skype staat aan op een extra laptop voor het geval Tapha naar Gamtel gaat om mij op het scherm te ontmoeten.  In de keuken staat een heerlijke Marokkaanse tajine te geuren. In de huiskamer heb ik de tv  zojuist uitgedaan. De koffer heb ik half uitgepakt weer dicht gedaan. Andere keer misschien. Of gewoon pas weer opendoen als ik weer vertrek. Van het toetsenbord op de grote laptop snap ik niets. Vraagtekens worden =tekens.  Ik heb geen zin me er in te verdiepen en besluit gewoon geen vragen meer te hebben.
Europa. Ik ben in het - volgens Gambianen - gedroomde paradijs Europa en bekijk  het met een Afrikaanse blik. De luxe is heerlijk. De ijskast, de elektrische fiets, de overvolle supermarkt met etenswaar in tientallen variëteiten. De Javastraat met huis aan huis groentewinkels vol niet-Hollandse groenten en kruiden. Het water dat zowel heet als koud uit de kraan stroomt. De constante internetverbinding waardoor je eindeloos filmpjes kunt uploaden. De televisie die natuurfilms vertoont waarin reizigersbomen bezocht worden door ay/ays die de nectar ervan zo nodig hebben. Eindeloze mangrovebossen die in zee eindigen. Oerbossen heten ze. Madagaskar met zijn Afrikaanse invloeden. De KLM probeert me over te halen vooral te boeken . Ik ben er weer.  Niemandsland, niet daar en niet hier.
En toch voel ik me gelukkig. Rijk zelfs, ondanks de op het laatst nog snel even  - door mezelf - geplunderde bankrekening. Over zoveel mogelijkheden te beschikken. Zoveel keuzes te hebben.
In mijn dorp in het uiterste zuiden van Gambia, tegen Senegal aan,  heb ik aan den lijve ondervonden wat het betekent geen keuzes te hebben. Geen geld (ik kan alleen met Visa pinnen in de toeristensteden), geen dokter ( de privekliniek is een uur rijden), geen nieuwe kleren, geen schoon drinkwater, geen medicijnen ( met alsmaar diarree gaan de pillen wel eens op), geen , geen, geen… En dan heb ik het nog niet eens over wat de arme Gambianen allemaal moeten missen cq ontberen. Ik stop. Ik kijk liever naar wat er wel was.  

 Internet op mijn laptop via een dongel. Beperkt en rete-duur omdat ik niet wist dat je in plaats van pre-payed ook voor een abonnement kon kiezen.  Maar wel de mogelijkheid om in een slapeloze nacht een stukje te posten op dit blog.
Eindeloos water uit de put. “Houdt dat dan nooit op?” vroeg ik Tapha. Hij lachte om zoveel onbenul. “It is like the sea. It never stops.”   Ik dacht aan opgedroogde putten zoals we die te zien kregen als er weer eens een actie voor Afrika was. “No, not here,” was zijn overtuigende antwoord. Na teveel diarree besloot ik toch maar drinkwater in flessen te kopen.
Een tuin met drieënveertig bananenbomen waarvan ik vond dat we die moesten bewateren, één emmer per boom. In eerste instantie elke dag, later werd dat om de dag en kreeg ik regelmatig hulp van Tapha’s ‘aparentes’, zijn jongens in de garage.  Twintig groentenbedden waaruit ik de laatste week volop sla en groene(!) tomaten kon plukken. De rest – worteltjes, aubergines, paprika’s en peperboompjes – zijn voor Tapha en zijn familie.

Een waanzinnig aantal lieve mensen in mijn buurt die het gecompliceerde Afrikaanse leven zoveel  warmer en gezelliger maakten.
‘Mijn jongetjes’ Malang en Mustapha, die eindeloos met hun tot auto’s omgevormde plastic blokken door de betegelde gang raceten. Of poedelnaakt  bij de put in een teil zaten te spelen met een stokje en een verroest blikje.  En die leerden poepen op een heuse toiletpot. Eerst stomverbaasd,  hurkend met de voetjes erop, later wijdbeens zittend.
Sponsordochter Mama met wie ik twee weken geen contact had omdat ze té erg was naar mijn zin en die later allerliefst en sociaal was.   Dankbaar dat ik kans had gezien samen met haar een aantal nare problemen op te lossen. Die in de zes jaar dat we mekaar kennen erg volwassen geworden is. Van 15 naar 21 jaar, een enorme stap.
 ‘Sista’ Mariatou, de moeder van mijn kleinzoon Malang, die jaloers was en dacht dat ik met de bouw van de Roundhut haar familie ingeruild had. Met wie ik na een zware dag doodmoe op bed een maaltijd in elkaar draaide en die toen begreep dat ze zich over wel of geen familie geen zorgen hoefde te maken. “ Ik zit met niemand op mijn bed te koken! Maar wel met jou ;-)!”  Die ik alleen stil kan krijgen als ik haar bedelf onder de kusjes. En die bij mijn vertrek eerst zo stilletjes was en vervolgens in huilen uitbarstte.
Salieu die zomaar aan kwam fietsen en niet meer weggegaan is. Die ik zomaar in zijn oor fluisterde dat ik van hem hield. Omdat hij zo gezellig en warm is, origineel en intelligent.  Een fantastische ‘vader’ voor ons hondje Sally en een hartsvriend voor Tapha. En voor mij een geliefde huisvriend.
Omar ‘mecanic’ , zonder wie ik de Roundhut wel had kunnen vergeten. Op wiens land ik mocht bouwen, gewoon omdat ik ’family’ ben. Die altijd klaar staat voor van-alles-en-nog-wat. Of het nou ging om mij half bewusteloos naar een prive kliniek te brengen of om een enkele carburateur in de jeep te zetten, altijd stond hij paraat. Rustig en een prachtige lach op zijn gezicht.
Zijn vrouw Oumi, die elke keer als de jongens in groten getale op kwamen draven om aan de Roundhut te werken, de hele ochtend aan het koken was. De lekkerste benachin en domoda in enorme schalen haalde ik tegen drieën bij haar op.  Als zij gekookt had at ik minstens vijf happen (!) van de rijst. Ik hoopte dat ik ’s avonds meer trek zou hebben, maar vaak schoot ook dat er bij in- te moe en uitgeput vaak - en vulde ik mijn maag met water of een maaltijdshake van het Kruidvat. De jongens – Salieu enTapha-  wisten wel raad met het restant.
Marijke, een Hollandse die een paar dorpen verderop woont. Ik kon er na de ‘burenruzie’ op uitnodiging van haar bijkomen van de stress. Even heerlijk ongestoord alleen zijn en gewoon Nederlands praten. Even langs het strand wandelen en me een toerist wanen. Bij wie ik mijn spullen op kon slaan tot ik weer terug kom.
Tien1, met wie ik lach-en-traan kon delen. Beiden soms tot over de oren in de Afrikaanse ellende.  Beiden soms ook stomverbaasd over wat er nu weer was gebeurd op onze respectievelijke compounds. En allebei in staat om dat hoe dan ook het hoofd te bieden. Soms met een biertje in Africa Lodge, soms door de telefoon. Die overigens altijd op het punt stond ermee op te houden. Hetzij door een lege batterij, hetzij door te weinig beltegoed.
En last-but-not-least Tapha en ons hondje Sally. Twee cadeautjes.  
Tapha die zo totaal anders is als ik. Die niet praat en áls hij praat dat zo zachtjes doet dat ik het nauwelijks versta. En als ik het versta dan blijk ik van zijn Engels niets te snappen. Voor wie opgaat dat er meer is dan woorden. We communiceren prima, weliswaar soms met handen en voeten, maar toch. Vaak is het een mengeling van Engels, Nederlands en Mandinka.  Er was een tijd dat we ’s ochtends bij de koffie onze taal aan de ander leerden. Tapha’s  “ik hou van koffie met melk en suiker” werd door mij vertaald in een hakkelig “lefta cafe anin keke anin zuchero”. Later, toen we teveel aan onze kop kregen met de bouw van de Roundhut, schoot dat er bij in en drinken we ‘fat fat fat’ onze koffie op.
 Ik schijn eindelijk geleerd te hebben dat je de ander niet moet willen veranderen. Nu zou dat ook een vrijwel onmogelijke opgave zijn. Zijn taal, zijn cultuur, zijn geloof, zijn hele achtergrond…alles is anders. Maar ik hou van hem zoals hij is.My black man. Mooi, sterk, eerlijk, vindingrijk en rustig. Ik prijs hem de hemel in dat hij om kan gaan met mijn soms snel wisselende stemmingen. Dat hij zich daar niet door mee laat slepen en gewoon kan blijven lachen als ik weer eens gek geworden ben van frustratie.
Ik sluit de rij met Sally. Iedereen is gek op ons hondje.  Ik ook uiteraard, hoewel ik me verbaas over het gevoel dat hij bij me los maakt. Ik ben een kattenmens, geen hondenmens dacht ik. Maar dat veranderde toen we het lieve kleine beestje  in bad gedaan hadden en ik hem naar mijn laatste kat Salsa vernoemde.  De kinderen moesten weliswaar leren dat een hondje niet altijd vals is en dat je ermee kunt spelen, nu zijn ze er – bijna – aan gewend. Heel soms vallen ze terug in hun oude gewoonte honden met stenen te bekogelen, maar de meeste tijd sjouwen ze toch met het beestje tegen hun borst rond. Helaas heeft Sally de gewoonte om in je enkels te willen bijten. Laatst probeerde hij dat bij Malang die vervolgens gillend wegrende. Een leuker  ‘spelletje’ had hij niet kunnen bedenken. Gillend zag ik hem over de compound racen met het diertje er vrolijk achteraan huppelend. Tapha moest hem uiteindelijk – huilend en wel - hoog in de lucht tillen om hem van Sally te verlossen.  
Ik ben vast een heleboel mensen vergeten te noemen, sorry. Zij zijn me er niet minder om.

Ik dank iedereen die me gesteund heeft via dit blog. Zowel financieel als moreel. Dank dank dank! Vaak wist ik niet of ik wel gelezen werd en checkte ik de statistieken van de site. Dan zag ik tot mijn grote verbazing het aantal pageviews. Dank ook aan de mensen die gewoon genoten hebben van mijn verhalen.
En natuurlijk dank aan bovenstaande mensen. Zonder hen had ik geen leven in Afrika gehad. Abarrakaa Bake Bake bake!! Heel heel erg bedankt!! Thank you very much!! Without you there was no life for me in The Gambia!

Mama Tin
Tin2
Mama
Mama Africa
Tenaka

 Ps ik ga proberen van de meer dan veertig mappen foto’s een compilatie te maken. Ik hoop die binnenkort hier of op Facebook te kunnen zetten. Stay tuned dus..

04 maart 2014

De Roundhut ... a dream comes true - part 2




  

De droom die werkelijkheid werd. Zomaar opeens, een tekening op de grond, een fundament, muren, ramen, deuren en kamers, vloeren...na twee maanden staat het er. Ik ben apetrots op al die jongens en mannen die geholpen hebben het te bouwen. Voor niets! Voor ontbijt, koffie, meer koffie, lunch en medicijnen en pleisters. Fantastische mensen en beresterk! Abarrakaa Bake bake bake boys!!!

De drummers van Jungle Beach in Sanyang



Masters zijn het, de boys op de djembe's en de doudoun. Big masters!



Sally blijkt gek op zwemmen







Was het eerst gewoon bedoeld om de vlooien te verwijderen, nu kan ze niet meer ophouden met zwemmen. Ze rust de golven rauw..

53 dinsdag 4 maart

Tin1 en Tin2 -- ' twinsisters'
Al bijna 24 uur terug in Nederland en nog niet echt geland. Ik ben zwaar onder de indruk van de gemakken in mijn huis. Je drukt op de knop en de computer springt aan. Je draait de kraan open en er komt bloedheet water uit. Alles ben ik ontwend. Buiten op de fiets viel de temperatuur toch een beetje tegen ondanks het zonnetje. Ik besloot geen winkel in te gaan op het gevaar af dat ik meteen weer zou zwichten voor de heerlijkste boodschappen. Er moet flink bezuinigd worden de komende tijd. Gelukkig had huisvriend Rob voor eten en drinken gezorgd en kon ik vanavond genieten van draadjesvlees met stoofpeertjes.
De tv heb ik alleen even aangezet om het journaal te zien.Ik wil proberen mijn hoofd nog even in Gambia te houden. Zoveel verhalen zijn nog niet verteld omdat ik domweg de tijd niet had. Maar ook omdat sommige verhalen moeilijk onder woorden te brengen zijn. De 'massageman' en spirituele genezer Bruxelles Guilene bijvoorbeeld. Hoe kan ik zijn manier van praten en handelen overbrengen middels woorden? Zijn Frans dat doorspekt is met Engels. Of moet ik zeggen 'zijn Engels dat doorspekt is met Frans'? Het eerste wat me te binnen schiet is hoe hij Tien1 - in navolging van mijn spirituele sessie - aan het praten probeerde te krijgen.
"Tin! Tin! Tin! Zzpeak! Zzpeak! Tell me zomzing! Please! Isz e good for you!"  En Tien maar vriendelijk lachen en haar mond niet opendoen. Of de manier waarop hij rond je springt als hij 'masseert' . Hij danst, hij huppelt van links naar rechts. Roetsjt over je armen naar je borst en geeft er opeens een paar ferme klappen op of drukt tot je haast geen adem meer krijgt.. Hij zucht en zweet, fluistert en bezweert. Hij laat je ene been naar het oosten wijzen en het andere naar het westen. Mijn armen strekt hij uit tot in China en mijn middel tilt hij op tot ik als een brug zo bol sta. Liefdevol laat hij het lijf weer zakken en friemelt en tikkelt op de huid van de benen, van boven naar beneden en weer terug. Het is een wonder wat er gebeurt. Niet alleen om het te ondergaan maar ook om te zien. Hij is klein en gespierd, altijd keurig in de kleren, nette spierwitte broek met gestreken shirt. Soms verontschuldigt hij zich dat hij het keurige overhemd uittrekt. "C'est trop chaud! Trop Trop chaud!" en smeert je razendsnel in met een heerlijk waterige massageolie. Na de massage sprayt hij je volop in met een van de vele eau-de-toilettes die hij in zijn heuptasje bij zich draagt. Vervolgens sprayt hij zichzelf en de vloer in de kamer onder. Hoeveel flesjes zou hij er al doorheen gejaagd hebben?
Het is een bijzondere man en dat is hij. Lief en zorgzaam voor zijn medemens. Hij heeft een luisterend oor als er problemen zijn en probeert te adviseren. Had hij de eerste sessie desgevraagd bekend dat hij niet getrouwd was en 'celibatair' leefde, toch kon een aanzoek voor Tien1 op de laatste dag van haar verblijf in Gambia niet uitblijven. Ze is uiteindelijk 'vrij' (vinden ze in Gambia zolang je man zich niet vertoont). Zondagochtend zag ik hem driftig peddelen op zijn kleurige fiets. Onder de al heet wordende zon op weg naar klanten in het naburige Sanyang. Wat is deze man een aanwinst in de Gambiaanse Comunity met al zijn armoe, haat en nijd, jaloezie en wat-al-niet. Tapha nam mijn aanbod van een '3 daags abonnement' voor massage met beide handen aan. Dito voor huisvriend Salieu. Tin1 was mij met haar huisvriend Omar al voor gegaan.
En zo heeft hij deze hele week werk in Gunjur. Het is hem gegund. En de hard werkende jongens ook!






02 maart 2014

52 zondag 2 maart

Loslaten...los..los..los..
Het wordt me nog een hele taak. De eerste stappen zijn gezet, de kisten gepakt en verhuisd naar en lieve kennis in Sanyang.  Tot gisteren hoopte ik dat Tapha en - inmiddels huisvriend - Salieu met het hondje in het huis konden blijven wonen. Dat zou me een hoop inpakken en opslaan gescheeld hebben. Plus dat ik de oude situatie dan niet los hoefde te laten. Maar  - eventjes helaas maar al snel ok - ging dat plan niet door.  Meteen begonnen want geen tijd te verliezen. En zo waren er opeens geen lakens meer om op te slapen, geen potten en pannen etc. Mij was weliswaar aangeboden dat ik alle spullen op kon slaan in het huis, maar aangezien ik er geen zicht op heb wie er wanneer komt wonen neem ik geen enkel risico. Je kunt een huis niet onbeheerd laten, zeker niet als er spullen van een toubab in zitten. En dat weten ze. Dus dan maar alles weg en kappen.De tuin blijft allenigjes achter :-( Tapha gaat er regelmatig heen om te bewateren en van de opbrengst te genieten:. De worteltjes in opkomst, de nog groene tomaten en de aubergine die nu pas is gaan bloeien, ze moeten het zonder mij en het opspringende hondje stellen.
Als ik maandag vertrek gaat Tapha terug naar zijn kamers op Jattakunda. Fietser Salieu en hondje Sally gaan met hem mee. Die hebben het rete-gezellig met hun drietjes.
Vrijdag hebben we als paarden gewerkt om de vloer in de roundhut gestort te krijgen.  Op het gedeelte van de keuken en de badkamer na is dat gelukt. Die komen over twee weken ongeveer aan de beurt als de constructor meer tijd heeft. Na mijn vertrek gaat de bouw meteen verder. Hoop ik. Straks ga ik nog vijf zakken cement halen zodat de blokken voor de soakaway gemaakt kunnen worden. Zodra die klaar zijn wordt de vloer erin gestort en kunnen de wanden opgetrokken worden.Dat moet in ieder geval  voor het regenseizoen af zijn, anders stort de enorme kuil vanzelf weer in.

Cement cement cement.. alles draait er nu even om. Als ze dat niet hebben stopt de bouw.
Toen we vanmiddag even naar het strand in Sanyang gingen om een snelle duik te nemen, aten we vooraf in het dorp even een 'burro omelet'. Op het strand zou ik het tienvoudige kwijt zijn voor een drie persoons lunch.. De burro (brood) moesten we zelf gaan halen. Ondertussen klutste de man zijn eieren met gehakte ui in een vaag margarinebakje, mikte het in de blauw dampende olie en maakte ondertussen koffie voor ons klaar in bierpullen.  Voor 80 dalasis was ik klaar. Precies mijn opzet. Want een zak cement is inmiddels gestegen van 175 vorig jaar tot 290 nu. Licht dramatisch. Zoals alles voor de mensen onbetaalbaar is geworden. Voor rijst moet al 1100 dalasis neergeteld worden, een half maandsalaris als je een baan zou hebben. Maar velen hebben dat niet en proberen de eindjes aan mekaar te knopen middels kleine handeltjes.

Sally lijkt steeds meer lol te krijgen in het strand. Ze is een paar keer gewassen in zee. Nu heeft ze heus gezwommen. Wat een schattig geploeter met die voorpootjes kletsend op het zoute zeewater. De golven lijkt ze rauw te lusten. Ze ziet geen enkel gevaar en Salieu moest haar regelmatig 'opvangen'. Ik ben blij dat hij de komende tijd bij Tapha en ons hondje blijft. Hij is heel ervaren met honden en allerliefst met ze. Tapha kan een hoop van hem leren qua zorgzaamheid. Die is duidelijk geen honden gewend,maar aan liefde zal het Sally zeker niet ontbreken.
Kleinzoon Malang zal Sally ook erg missen. Hij sjouwt zo graag met Sally rond samen met zijn hartsvriend Mustaha..Tapha woont te ver van hem vandaan om er even langs te kunnen gaan. Hoewel het me niet zal verbazen als ze op hun kleine fietsjes de hort op gaan om Sally te bezoeken. In ieder geval mogen ze mee naar de Airport, een super belevenis op zich.
Dat ik de jongetjes maanden niet kan knuffelen is onvoorstelbaar. Evenals Tapha en Mama en Sally. Ik probeer me het ook niet voor te stellen. want ik zal er snel genoeg achter komen hoe allenig ik in Nederland ben zonder hen.
  Het is inmiddels vijf uur in de ochtend. Ik heb dit 's nachts getikt omdat ik er overdag niet aan toe kom. Slapen met zoveel aan je kop is een crime. Dan maar beter schrijven.
Of dit het laatste stukje is weet ik niet. Misschien dat ik maandag nog even probeer... Nu eerst keihard slapen voor de muezzin en de haan weer aan mijn kop gaan zeuren ;-)












26 februari 2014

51 woensdag 26 februari

zicht op de toekomstige keukenhoek van de 'palo' (huiskamer)

Ik ben blij dat ik me niet laat voorstaan op 'vrijwilligerswerk-doen-in-Afrika'. Daar komt de laatste weken weinig van terecht. School schiet er bij in omdat ik continue aanwezig ben bij de bouw van de Roundhut.  Gelukkig heb ik mijn sporen qua volunteering al 'verdiend' voor de jaarwisseling. Toch voel ik me schuldig als ik alleen water kom tappen op school. Ik knuffel de juffen, maak een praatje met de kooksters en Hop!Weg! ben ik weer. Gisteren vloog er een kindje om mijn hals. Het bleek Fatoutje te zijn van Bruidje op Tien1 haar compound. 's Avonds vertelde Matou me dat mijn kleinzoon Malang dolblij was me te zien vanmorgen op school, Dat hij op weg was om zijn kusjes in ontvangst te nemen en dat ik toen opeens weg was. Huilen! Hoe kon dat nou? Zomaar weg! Gisteravond kon ik het goed maken. Ik had Matou, Malang en zijn oudere broertje en zus voor het avondeten uitgenodigd. Helaas stond ik om zeven uur 's avonds nog in Serekunda om van alles te regelen voor ik vertrek. Eenmaal thuis plofte ik op mn bed van moeheid en regelden Matou en ik samen het eten: 'Soe-pa-get-tie' en kip en sla. Malang kwam lekker tegen me aan zitten en viel als een blok in slaap met de spaggetti nog in zijn mondje.

's Ochtends ontdekten we waarom de jeep zoveel benzine drinkt: een lek in de tank. Hoe simpel. Jammer was alleen dat we toen ontdekten waarom er van alles daar stuk gaat: de schokbrekers bleken totaal op. Dus naar Serekunda om nieuwe schokbrekers te kopen. Want om de jeep nou helemaal aan gort te rijden.. Verder naar de electriciteits maatschappy om mezelf te registreren en een meter aan te schaffen. Omdat Gunjur sinds kort elektriek heeft krijgen we de meter voor de helft van de normale prijs. Dus meteen doen. Om alles te kunnen betalen - hout voor het dak, loon timmerman, wegenbelasting, injecties voor het hondje etc etc.- moest ik 6x pinnen met mn Visakaart. En nog heb ik waarschijnlijk niet genoeg tot as maandag als ik vertrek.
Morgen gaat de vloer in het huis gestort worden. Een goeie kennis van me opperde dat ze misschien eerst even de afvoerpijpen neer kunnen leggen. Als dat doorgaat moet dat vandaag nog gekocht worden. Anders moet later de vloer weer open gebroken worden. Niet dat een Gambiaan daar mee zit, maar toch...

Het grote aftellen is begonnen: nog vijf dagen om iedereen gedag te zeggen en alles in te pakken. Misschien hoeft dat niet als Tapha op de compound blijft wonen., in mijn kamer. Ik zou dat fijn vinden. Het hondje is hier thuis en mijn spullen zijn veilig bij hem. Verder kan hij de tuin onderhouden en van de opbrengst genieten. De tomaten komen er aan, evenals de worteltjes en de uien. Te laat voor mij, maar dat geeft niet zolang hij ervan kan genieten.
Fietser Salieu is een goede huisvriend geworden. Hij woont min of meer bij ons - inmiddels heeft hij ook zijn papegaaienechtpaar opgehaald ;-) - en werkt keihard aan de roundhut. Hij is oergezellig en een geweldige hulp in de huishouding. Hij veegt en dweilt en stoft, is stapelgek op Sally en niet veel minder op Tapha en mij. Het zal me niet verbazen als ze met zn tweetjes hier blijven wonen. Dan ben ik gewoon de enige die 'even' vertrekt. Zojuist zijn we samen op weg gegaan naar een soort dierenarts. Sally heeft twee injecties gekregen tegen wormen (!) en wat-al-niet. Hondsdolheid heb ik vast vooruit betaald. Die gaat hij volgende week dinsdag laten zetten. Tapha is weliswaar gek op Sally, maar laat ook een boel op zn beloop. Dus is fietser Salieu een fantastische uitkomst met zijn goede zorgen.

Ik ga zo de auto ophalen om met Sally naar de zee te gaan. Ze moet zwemmen om de vlooien kwijt te raken. Verder Lida even dag zeggen die vrijdag vertrekt.
Sorry dat er geen mooie verhalen komen. Teveel aan mijn kop. Ik kan nog steeds geen ijzer met handen breken.. ;-)


Ps de vloer wordt vrijdag 'pas' gestort. Morgen gaan we afvoerpijpen kopen. Weer eens wat anders dan souvenirs voor thuis



24 februari 2014

50 maandag 24 febr

Het is half acht in de ochtend. Buiten is het sinds een half uurtje licht. Maar de zon is nog niet te zien. De ergste kou lijkt voorbij. Vijftien graden 's nachts is koud hier, met name omdat de meeste mensen geen lakens en dekens hebben. Die slapen met kleren aan op een kaal matras.
Het wordt een rustdag vandaag. Een dag voor kleine klusjes na vier dagen beulen op het landje. Mijn mannen hebben gisteren de laatste spade in de enorme kuil gezet voor de soakaway. Schep na schep werd uiteindelijk meer dan drie meter hoog over de schouder de lucht in gezwiept. De berg rode leem werd zo snel mogelijk de roundhut in gereden. Vijf jongetjes van een jaar of tien willen helpen. Dat wil zeggen.. kijken en spelen doen ze het liefst en meeliften op het ontbijt en de vele koppen thee en koffie.Maar dit is Afrika, er moet gewerkt worden voor de kost. En zo zeulen ze emmer na emmer water naar de bananenplanten en oranges. Helpen met het 'sorteren van het gras'.  De harde takken met stekels moeten verbrand en het gras gaat in de kuil rond de sinaasappelboompjes. Tegen uitdroging. Gisteren heb ik de laatste kuil gegraven rond de dertigste sinaasappelboom. Wat een rijkdom. Hoe zal dat eruit zien na het regenseizoen?! Mijn missie de boompjes nog voor ik wegga van blad te voorzien is in ieder geval gelukt. Nu maar hopen dat er geen geit meer de compound op komt.
Rechts van de roundhut is het nu al bijna 'schoon', ontdaan van stenen, plastic zakjes, sigarettendozen en verfomfaaide cementzakken.
Ik hoop dat de vloer donderdag gestort gaat worden.Voor die tijd moet er nog meer zand cq leem het huis in gereden worden om de vereiste hoogte te bereiken. Vervolgens moet het blank staan van het water. Gelukkig heb ik 50 meter tuinslang gekocht.Niet dat we waterleiding hebben, maar hij wordt aangesloten op een vat dat we naast de put opstellen. Dan hoef je alleen water omhoog te halen en in het vat te kieperen. Dat scheelt slepen met emmers.
Ik heb Omar uit de droom geholpen dat het dak erop zit als ik wegga. Onmogelijk qua tijd.

(wordt vervolgd..accu leeg)

Inmiddels is het drie uur. De laptop staat te laden bij Omar.  De jeep staat op zijn compound om gecheckt te worden. Sinds vorige week zuipt hij benzine. Eerst dacht ik nog dat ze me bedrogen hadden bij het tankstation, maar na een paar keer veel te vroeg leeg te hebben gestaan is het nu duidelijk. Hopelijk kijkt Omar hem zo na zodat ik naar Brikama kan om de jaarlijkse  roadtax te betalen. Vorige week had ik daartoe reeds een poging gedaan zonder resultaat. Redelijk vroeg in de ochtend gingen we op weg, Mahmoud, Abdoel, Tapha en ik. Waarom precies de jongens van Omar mee gestuurd werden was me niet duidelijk. Maar tegenwoordig wacht ik de situatie af als ik antwoord wil hebben op mijn vragen. Meestal wordt het me dan wel duidelijk. Zo ook nu. Er was weer eens een achter bladveer gebroken en die moet electrisch gelast worden. In Omars jeep gingen we op weg met het onderdeel. Ik zou ondertussen de wegenbelasting gaan betalen. Helaas vergat ik de papieren. Geen nood. Even bellen met iemand 'thuis' en die zou dan de papieren aan een chauffeur meegeven van een GillyGilly. In Brikama zouden we die dan in ontvangst kunnen nemen.  Dat had gekund als de chauffeur meegewerkt had. Dat deed hij niet. Ruim anderhalf uur later komen we daar achter. Hier zijn wel telefoons maar de credit is vaak op. Bellen heeft dan geen enkele zin. Poging twee: Abdoel geven we geld mee en hij gaat per Gilly Gilly terug naar huis om de papieren op te halen. Ondertussen klaren wij de lasklus aan het bladveer. Uuuuren later hebben we geen enkel contact met Abdoel. Hij lijkt van de aarde verdwenen. Mahmoud en Tapha worden sjagrijnig van de honger en we besluiten naar huis terug te keren. Zonder dat ik de roadtax betaald heb.
In Kitty, een dorpje halverwege, begint Tapha opeens te schreeuwen. Iemand die altijd zo stil is opeens uit zien vallen is op zich al bijzonder. "Look!"schreeuwt hij uit "there is Abdoel! What is he doing in Kitty?!" We kunnen het niet bedenken. Licht aangeslagen verhaalt Abdoel ons dat zijn GillyGilly pech kreeg en de passagiers gedropt had. Hij had geen geld en geen werkzame telefoon. En dus was het wachten op ons, dat we zouden passeren. Africa. zucht ik, Africa.
Terug naar Brikama dan maar? No way, de jongens willen naar hun kontong (lunch), rijst met vis en saus. Die wegenbelasting is hun probleem niet.

21 februari 2014

49 vrijdag 21 februari

Het is weer eens heet voor de verandering. Om half een ben ik uiteindelijk op "kang-kange-toe' - mn landje - om de mannen koffie te geven en de bananen en oranges water. Te te heet. Ook nog op de fiets. De hele ochtend wachtte ik tot Tapha met de jeep terug zou komen. Maar in zijn enthousiasme - wetend dat vrijdag maar een halve dag is - is hij met de andere jongens aan het werk gegaan. De grond het huis in rijden met een kruiwagen. Uiteindelijk zou de grond dan binnen met 50 cm opgehoogd zijn. Daarna wordt er beton gestort.

De grond is vrijwel weg geschept als ik aankom. Senie sturen we weg voor brood met spaghetti. Eigenlijk bedoeld als ontbijt. Dat eten de boys naast de koffie. Maar het duurt zo lang dat ze uiteindelijk teleurgesteld de koffie 'kaal' opdrinken. Vlak voor het vrijdaggebed komt Senie aankakken met de stokbroden in doorweekt krantenpapier. "I had to go to marketside" verontschuldigt hij zich.

Alles alles alles is omslachtig. Niets gaat eenvoudig. Daar word je moe van. Doodmoe. Was ik vanochtend om acht uur alleen maar even eruit gegaan om de hand  haar plasje te laten doen, moet je water halen om de pies en poep van afgelopen nacht op te ruimen. Eenmaal bezig dweil je ook maar de opgedroogde plasjes elders in het huis, zet je water op voor koffie, meng je melkpoeder met water tot melk, kook je havermoutpap, verschoon je het bakje water voor de vogels buiten de veranda, maak je nog 'even' de ontbijttafel schoon (een kratje met daarop een grote platte schaal)... Ondertussen zijn de jongens wakker geworden. Saliou vraagt om de plastic stoel  'Because I want to sit under the sun"   en Tapha droomt wat voor zich uit met een papaya op schoot. "Make some Coffee please" suggereer ik, inmiddels doodop. De havermoutpap meng ik met deggé ( pindakaas!) en moet daarmee op 'satoo' lijken. Allemaal best zie ik Tapha denken, "I eat papaya!"
Maar daar komen mijn kleine mannen om de havermoutpap soldaat te maken. Ze hebben de irritante kleine Omar mee gebracht. Ik mopper tegen ze dat ik daar geen zin in heb. Beschermend leggen ze hun handje om zijn middel en loodsen hem terug naar de hoofdweg. Nee! Niet weer samen de hoofdweg oversteken please!
Dat dat alsmaar goed gaat..! Dus loop ik in mijn veel te blote rappa met ze mee om het jongetje te lozen. De buren roepen me. Stoïcijns negeer ik ze, me ondertussen verbazend over zoveel lef. Me het leven zuur maken en dan nog olijk groeten ook.. Zelfs vorige week probeerden ze nog om acht uur in de ochtend hun uien water te gaan geven. Met het vriendelijke verzoek de compound te verlaten duwde ik ze met moeite richting toegangsdeur. Hun kans daarop is dik verkeken nu de politie eraan te pas gekomen is. Toch zullen ze het blijven proberen tot de boel niet meer te redden is. Lullige is dat mensen mij erop aankijken dat zij zo stom zijn geweest die groenten te planten terwijl ze al weggestuurd waren.. Zelfs Matou bidt me de uien alstublieft niet dood te laten gaan, haar pruik ondertussen voor mij op de grond gooiend.
Ik zucht nog maar eens en hoop dat ze zich de laatste week koest houden.

19 februari 2014

48 woensdag 19 februari

Salieu fietst in de voetsporen van Klaas




Opeens stond hij voor de deur met een dik bepakte fiets. Ik had hem al een dag eerder verwacht toen hij zich bij Tien1 aangediend had. Die loodste hem onder begeleiding van een kind naar mij. Maar ik was niet thuis en dus fietste hij 'even' door naar mijn oude compound in Kartong. Twee weken geleden had ik hem en Klaas bij Salieu en Arrogi geintroduceerd. Ze waren meer dan welkom. De kinderen moesten maar voor een nachtje bij papa en mamma in bed en de twee fietsmannen kregen het tweepersoonsbed toebedeeld.
En nu dan bij Tapha en mij. De opslagkamer had ik zojuist opgeruimd gelukkig en het bed was zowaar beslaapbaar. Kook ik nooit omdat het gewoon te omslachtig is hier, gisteren kwam ik daar met onze vermoeide gast niet onderuit. Met een zaklamp op de fiets naar de shop voor uien, eieren en brood. Na anderhalf uur heen en weer tussen de veranda, de tuin (voor sla) de slaapkamer (voor  overige ingredienten) en de keuken, zaten we uiteindelijk aan een heerlijke pasta met tomatensaus en een flinke bak sla met aardappel, komkommer, geraspte wortel en dressing. Het hier schrijven is dubbel genieten. Vanavond wordt het brood met ei en tomaat, attaya- greentea en iets lekkers om te roken ;-) Want als je gasten hebt sloof je je uit nietwaar?!



17 februari 2014

Hier schreef ik in 2010 hoe Omar zonder een cent een huis ging bouwen voor zijn gezin.Inmiddels hebben ze vijf kindertjes en vijftig muizen cq ratten boven hun hoofd. Het dak van palmbladeren is hun nest. Af en toe valt er eentje naar beneden. Tien en ik gruwen als we het verhaal horen. Van één muis worden we al gek, laat staan vijftig. Toevallig deed een familie in Nederland een schenking aan onze stichting. "Doe er iets goeds mee!" was de boodschap. Na 'rijp beraad' besloot Tien dat Omar een dak moest krijgen van golfplaat.
Vandaag was de grote dag. De palmbladeren zouden van het dak verwijderd worden zodat morgen begonnen kon worden met het monteren van het nieuwe dak. Of wij er alstublieft bij wilden zijn om foto's te nemen. En zo zaten we vanonder een rieten afdakje gade te slaan hoe onder wolken stof de rieten schermen met een zwaai door de lucht vlogen en op de grond belandden. Waar we al bang voor waren gebeurde. De ratten en muizen vlogen alle kanten op.
Onverstoorbaar kwam Omars vrouw met een pan thee aanzetten en twee kopjes. Lemongrass tea uit de tuin. Binnen zien we huisraad liggen. Moest er niets afgedekt worden? Ja dat had ze al gedaan. Wij zien niets. Tot haar een licht opgaat: het eten! Dat is ze vergeten af te dekken! Tien en ik kijken elkaar vragend aan. Hoe kan een mens zo leven? Waarschijnlijk leven ze buiten en slapen ze alleen binnen, suggereer ik.
"Yes we do" beaamt ze. Met een glimlach bekijkt ze het dak dat nog slechts uit latten bestaat.
"Next rain-season we finally can sleep.." droomt ze voor zich uit.
Ik opper dat golfplaat heel veel lawaai maakt met regen. Het kan haar niet deren.
"Everything better then grass on the roof"

ps na honderd jaar computer ervaring kan ik nog steeds geen foto's uit mn telefoon halen. Van bluetooth snap ik ook nix... helaas dus..

47 maandag 17 februari

Brrr! Koud! Wind! Keelpijn en snotneuzen. Weliswaar een zonnetje, maar toch. Het is niet te vergelijken met Nederland. De temperatuur kan ik dan ook niet inschatten. 's Nachts is een deken onmisbaar. 's Avonds zelfs een jack aan. Gisteravond zelfs binnen gezeten op de compound van Tineke1. Gezellig een spelletje doen met de kinderen , aan tafel.

Nu is het alweer maandag. Op de kop af nog twee weken hier. En nog zoveel te doen. Toch heb ik er goed aan gedaan te boeken. Mijn lijf is op. Zaterdag voelde ik me ziek van moeheid. Donderde om acht uur 's avonds het bed in en verdween tot de volgende morgen. Diarree is mijn vaste partner geworden. Eten is een probleem. Om het over de pijn in mijn lijf maar niet te hebben.
Zondag rustig an gedaan om vervolgens in Brikama de nodige 'boodschappen' te doen. Vijftig meter tuinslang voor het land bij de roundhut, touw en emmer voor de put. Veel koffie en nog meer suiker voor de werkers. En last-but-not-least een schep. Want komende dagen gaat er gegraven worden aan de 'soak-away',  de kuil waar de sceptic tank in komt. Niet dat die put nu zo nodig is op dit moment, maar wel de grond die daar uit komt. De roundhut moet eerst opgevuld worden voor de vloer gestort kan worden. Hij komt hoog te staan iin verband met het regenseizoen. In de toekomst ga je dus via een trapje de roundhut binnen.
Het graven wordt een enorme klus. Omar en Tapha gaan al hun helpers en vrienden verzamelen om de klus te klaren. Was het fundament graven slechts 45 cm diep, de kuil moet wel twee meter diep worden! Grond harder dan cement. Hakken en scheppen wordt het.  Komende dagen ga ik op zoek naar kruiwagens om te lenen. Zodat ze de grond het huis in kunnen rijden.

Ondertussen wordt er onderhandeld over het dak. Waren we eerst van plan om mooi hardhout uit Casamance te halen, nu hebben we besloten dat wat goed is voor de Gambianen ook goed is voor mij: palmsticks. Grof hout van palmbomen, gerafeld en meer dan ruw. Maar erop komen golfplaten en eronder later geweven rieten matten als 'voering'.  Het scheelt teveel geld. En geld wordt meer en meer een probleem.De timmerman  en de constructor hebben vrijwel helemaal hun geld gekregen. De mensen werken zo keihard dat dat het eerste is wat betaald moet worden, loon.
Gelukkig kon ik voor Tien1 een ticket boeken. Gelukkig, want dat mag ze me in dalasis terug betalen. Mijn redding voorlopig. Verder zal ik het met mijn Visakaart moeten regelen, maar daar krijg je maar 3000 dalasis per keer voor (3x € 18). Dat schiet dus niet echt op.

Gisteren een meeting op school gehad met de Ouders, juffen, de Marlborough-group (MBG) die de school al jaren sponsort en wij, Tien1+2 van de Happy Gunjur Foundation. Het voortbestaan van de school werd aangekaart door de MBG. We hebben ons erover verbaasd dat wij als tweede sponsor totaal niet in beeld waren. Aan de ouders - 35 van de 160 waren aanwezig! - werd voorgesteld het schoolgeld per drie maanden te verhogen van 90 dalasis naar 150. De schok die er door de aanwezigen ging.. Ter info: een kind op school kost 3000 dalasis. Ik voelde me geroepen op te staan en het woord te nemen. In gebroken Mandinka vermengd met Engels stak ik een nepgouden armband in de lucht en vroeg de ouders hoeveel het ding kostte. Gegniffel alom. Vijftig dalasis. Ik had ze duidelijk waar ik ze hebben wilde.  Elke namingceremony komen ze behangen met dit soort sieraden, om het nog maar niet te hebben over de rijk geborduurde kaftans en dresses. Maar al gauw maakte de 'schaamte' - voor zover een Gambiaan die rijk is - plaats voor verontwaardiging over het ophogen van het schoolgeld. De ene vijftig dalasis verschilt duidelijk van de andere vijftig dalasis. In mijn praatje kon ik meteen even kwijt dat onze Foundation zorgt voor elke dag rijst. Dat we de helft van de salarissen betalen was zoals al gezegd, ook niet in beeld. Wij hadden de meeting dan ook niet belegd en zaten erbij als gasten.
Uiteindelijk kwamen de ouders in actie. Er werd een comitee opgericht om activiteiten te organiseren die inkomsten genereren. Dat betekent dat de schoolplaats gebruikt wordt vor feesten en partijen, nightclub etc. Alles beter dan het schoolgeld verhogen.
Om vijf uur was het zowaar klaar. Iedereen zwierf een kant op zonder gedag te zeggen.
Ik moet zeggen, het begint te wennen. Ik verdwijn nu ook zomaar, wel zo makkelijk ;-)

12 februari 2014

46 woensdag 12 februari






We hobbelen juist op de hoofdweg af als ons een jongen van een jaar of dertien tegemoet fietst. Met één hand aan het stuur houdt hij een klein hondje tegen zijn borst gedrukt. Tapha remt direct af, buigt zich voorover om door mijn raampje de jongen te woord te staan. In het Mandinka uiteraard. Het lijkt me niet nodig het gesprek te volgen en kijk dromerig voor me uit.  Tot Tapha zich nog verder door het raampje wringt. “We need dog” hoor ik Tapha zeggen. Een seconde later  reikt de jongen het hondje aan en zie ik stomverbaasd hoe het kleine beestje via het raam op mijn schoot gezet wordt. De jongen maakt rechts omkeert. Hij gaat het volgende hondje halen als ik Tapha moet geloven. Vrijwel zeker was de jongen op weg om het diertje in de bush te dumpen. “There are too too much..” En zo zijn wij opeens een hond rijker.
Ik ben totaal geen hondenmens, maar je moet wel van steen zijn als je zo’n schattig diertje onderdak weigert. Van een bibberend bang onder-de-vlooien-schepsel is hij in een dag tijd veranderd in een schoon aanhankelijk speels hondje dat zijn knuffel heen en weer slingert alsof het een konijn is dat dood moet. Ik heb hem vernoemd naar mijn overleden poes Salsa: Sally. De betonstorters van de roundhut zijn gek met hem. Het is een gefluit en gesis, gesmak en geroep op drie meter hoogte.. alles om de aandacht van het diertje te trekken. Tapha heeft grote verwachtingen van hem. Het gaat een gevaarlijke waakhond worden als ik hem moet geloven. Dus waarschuw ik de omgeving nu alvast: “he is very dangerous!” en knuffel hem nog maar eens.
De dagen bij de roundhut rijgen zich aaneen. Vandaag was de derde werkdag. Voor niets anders is meer tijd. Ik ben er voor de koffie en het ontbijt. Voor de tweede bak om twaalf uur en voor de derde tegen vijven. Voor acht tot tien man alles regelen is nog een hele taak. Elke dag slepen we emmers met kopjes, gasfles en thermoskannen heen en weer. Jerrycans met water om te drinken en af te wassen. Verder elke dag heel veel zakjes suiker, stokbroden, mayonaise en koffiezakjes. Melkpoeder heb ik gelukkig op voorraad. Als ik klaar ben met het foerageren werk ik op het land. Vandaag een stuk land om laten spitten voor de toekomstige ‘nursery’.  Dat wil zeggen.. ik begin met het omleggen van de aarde, maar al gauw staat een van de jongens klaar om het over te nemen. Prima!!! Het slepen van water wordt dan mijn taak. Want zonder water kom je met geen schep de grond in. De jongens lachen als ze zien dat ik de denkbeeldige scheidslijn van de tuin verleg. “You add! “roepen ze gespeeld verontwaardigd uit. Dat ik de tuin slechts een stukje verplaats is ze duidelijk als ik antwoordt met “I also reduce!” Het Afrikaanse Engels is zo beperkt dat ik er met mijn woordenschat zowaar mee weg kom.
Wat betreft het aankopen van cement kreeg ik gelijk. Toen dinsdag de betonstorters kwamen bleek er geen cement. Dus snel naar de shop om drie zakken te halen. De volgende dag – vandaag – weer drie. Ik vrees nu al de betonvloer die binnenkort gestort gaat worden.
Plannen is niet de sterkste kant hier.









10 februari 2014

45 maandag 10 februari




Werken als een paard.  Ik doe er niet voor onder. Monomaan als ik ben spit ik de één na de andere kuil rond de jonge sinaasappelboompjes die bij de roundhut staan. Vorige week zijn de schapen door het ‘hek’ gedrongen. Alle jonge blaadjes in één keer  eraf. Kale dunne stammetjes zijn er over. Eigenlijk dunne twijgjes. Maar dit is Afrika en dus is het te redden. Water water water. Maar als je niet wilt dat het overal heen stroomt behalve naar het twijgje, dan moet je maatregelen nemen. Spitten in de grond is nog het best te vergelijken met je schep in opgedroogd cement zetten. Keihard is de grond. Dus bewateren tot je een ons weegt. En als je doodmoe bent van het ophijsen van de veel te volle afgezaagde jerrycan, mag je nog eens een flink gaat gaan spitten rond het twijgje.
Twee dagen werken in de bloedhete zon levert elf geredde sinaasappelboompjes op – van de negentig ;-) – en twaalf bananenplanten die er weer tegen kunnen. De timmerman die de bekisting voor het beton maakt kijkt zijn ogen uit als ik regelmatig ‘plat’ ga op twee stukken vloerbedekking van de auto.  Met de benen in de lucht kan ik het werk aan de roundhut mooi vanuit een ander perspectief zien. Als het hout niet op was geweest dan was de bekisting vandaag af gekomen. Morgen komt de constructor om de houten ring op de hut vol te storten. Er bovenop komen nog drie lagen blokken en dan is het dak aan de beurt. Vandaag precies over drie weken reis ik af. Ze hebben me verzekerd dat het dak er dan op zit en dat de vloer gestort is. Maar als ik vraag hoe het zit met het cement – ik zie het nergens en volgens mij moet het geld dat me gesponsord is finaal op zijn - krijg ik een heel verhaal, behalve een adequaat antwoord.
Ik heb geleerd af te wachten.  Als er morgen geen cement is kloppen ze ongetwijfeld bij me aan.
 Het is inmiddels acht uur in de avond. De zon is ruimschoots onder en op de veranda is het kil. Naast me zitten Malang en Mustapha hun boek te lezen. Dat wil zeggen.. ze hangen languit op het kleed dat hier in de ‘palo’ligt met hun Arabella en Kikker boeken. De ‘palo’is een huiskamer met enorme crapeauds die ik niet gebruik, behalve als er Gambiaanse visite komt. En dus ook als het te koud voor de jongetjes buiten is. In hemdje en korte broek  hebben ze nergens last van. Hun neus wel. Enorme snottebellen verspreiden zich over hun wangen.  Maar er is niemand die daar op let.. als het al opgemerkt wordt. Overigens kunnen ze fantastisch snuiten in een wc papiertje. Wie ze dat geleerd heeft is me een raadsel.
“En kassé!!” Mustapha staat met een serieus gezicht naast me. “En kassé!!” herhaalt Malang. Over het algemeen laat ik me hun kleuter-mandinka aanleunen. Knik begrijpend als daarom gevraagd wordt en verontwaardigd als ze me ontdaan een heel verhaal gedaan hebben. Maar “en kassé!”… ik weet bij god niet wat ze willen. “You want to pies?”  De jongetjes kijken mekaar aan. Ik sta op en volg ze naar de veranda. Daar steekt Mustapha zijn piemel door de tralies. Malang neemt de moeite om buiten de veranda te piesen. Vervolgens krijg ik nog een heel verhaal en besluit dat het iets moet zijn van “we gaan naar huis”.  “Souokonó?” vraag ik. Synchroon knikken de jongetjes ja. Ok, de laptop ga ik er niet voor afsluiten. Wel de deuren op slot.
Gedrieën lopen we door het donker naar de hoofdweg. Onderweg moet er nog even een oude fietsband opgepikt worden en krijgen de jongetjes bijna nog ruzie over wie hem vast mag houden. Ik zeg ze dat ze hem samen vast kunnen houden, elk een handje.  En zo zeul ik ze naar huis. Want zodra je een kind hier een handje geeft laat hij zich voortrekken. Ik lever ze af op de compound aan de overkant van de weg.
 “Suto e dia!!”Welterusten schatjes!
Terug in de ‘palo’tik ik dit stukje af. Ik ben doodmoe. Heb niks te eten en ga voor een maaltijdshake van het Kruidvat. Slank worden is hier geen enkel probleem.











08 februari 2014

44 zaterdag 8 februari


Na twee dagen logeren in Sanyang terug 'op honk'.
Losgekomen van de zwaarste emoties hoop ik het leven weer luchtig op te pakken hier. Een bezoek aan de roundhut viel niet tegen: het beton is vandaag gevlochten. Morgen komen de timmerlui om de bekisting voor de ring in elkaar te zetten. Dat moet gebogen worden van multiplex. De bedoeling van de betonnen ring is dat er later geen scheuren boven de ramen en deuren komen of dat de hele roundhut naar buiten om zou vallen.
door een vriend gesponsorde materiaal liet even op zich wachten maar is er dan uiteindelijk toch gekomen. Veelal probeert Omar het via relaties te doen zodat de kosten flink gedrukt kunnen worden. dat kost nu eenmaal tijd.
Voor het eerst fantaseerde ik vandaag samen met mijn Nederlandse kennis over de inrichting., waar het bed? Waar de douche? Etc Etc. Leuk want dan krijgt het iets echts, iets wat in de nabije toekomst ligt in plaats van ver weg.
Zij heeft zelf haar compound ingericht en kan goede adviezen geven. Tussendoor wist ze Omar te ontfutselen hoe het met de electriciteit zou gaan en met het water. Dingen waar ik bewust niet direct naar vraag om niet te dwingend over te komen. Bovendien heb ik bij Omar als bij geen ander het gevoel dat het allemaal goed komt. Dat water gaat er dus komen. Met een meter. Electriciteit dito. Natuurlijk kan ik tot mijn tachtigste door kamperen met waxinelichtjes op batterij en jerrycans tapwater dat je van ver haalt. Maar leuker is het als ik op mn 65ste - dan al?  - gewoon de kraan kan opendraaien en het licht aanknippen. Kamperen doe ik dan wel op Vlie ;-)

een'zakelijke' mededeling

Helaas kan ik niet alles schrijven wat ik wil om veiligheidsredenen. Ook heb ik een paar postings van de afgelopen tijd aangepast. Ik hoop op jullie begrip. groetjes Tien

43 zaterdag 8 februari

De rood bestofte oude boom – dikke leerachtige bladeren.. een eeuwenoude ficus?- is veranderd in een donker silhouet. De zon is onder. De koplampen van het verkeer – het is spitsuur – hebben het van de zon overgenomen. Flits! Flits!  De juju-maker onder de boom, een kleine gespierde nog jonge man, ruimt zijn handeltje op. De enorme kleermakersschaar, het leer, de klos met dik zwart garen worden in een doek geknoopt. Boven hem hangt aan een van de takken een oude jute zak in de vorm van een hangmatje.  Zijn kast? Het gammele smalle houten bankje voor de klanten zet hij schuin tegen de weerbarstige stam van de boom. Een tenger meisje haalt het ‘waslijntje’ leeg waaraan gedroogde huiden van ratten? muizen? een staart van een eekhoorn.
Hij heeft de laatste uren doorlopend klanten gehad op het bankje. Van keurige heren in kaftan tot jongens in Europese geruite shirts. Een juju beschermt je tegen het kwaad. Kan jaloezie afweren, diefstal tegen gaan. Aan een leren koordje wordt de juju, het vierkante leren pakketje met daarin een Koranvers, op het lichaam gedragen. Rond het middel, bij babies om de hals of aan de pols.  Maar ook in de huizen boven de deur hangen ze. Omar heeft ze op de vier hoeken van zijn compound: niemand zal zijn schapen proberen te stelen. Doet hij dat wel dan verandert hij direct in een standbeeld zodat hij de dief met een vinger in de kont naar de politie kan duwen. Stomverbaasd heb ik weken geleden deze verhalen van bijgeloof aangehoord. Nu zie ik toevallig de jujumaker aan het werk. Toevallig en helaas.

Het was niet mijn idee om uur na uur de juju-maker, het spitsverkeer en de af en aan lopende mensen gade te slaan. Maar wat moet je anders als de dokter op wie je wacht domweg niet verschijnt? Voor de tweede dag zijn we van ver gekomen in de hoop dat hij ‘het meisje’ wil nakijken. Weggaan is dus geen item. Wachten wachten wachten. De eerste dag was hij ‘travelling’. Reizende.  Van half vijf tot over achten hebben we de gisteren op het houten bankje voor de deur gewacht  tot die eindelijk openging en een vrouw verscheen, waarschijnlijk zijn assistente. Morgen terugkomen. Vijf uur.  Zucht. Zeg dat het niet waar is please! Echt, morgen, de dokter is ver weg in Bansang. Voor een ceremonie.  En telefonisch niet te bereiken. Zucht, ik wordt nog eens gek hier. Okay, morgen komen we terug. Beloofd. “Mas, mas, massa”  verontschuldigt de vrouw zich. Zij kan er ook niets aan doen.
En nu zitten we weer uuuuren te wachten. Weliswaar  binnen in het halletje met uitzicht op de straat. De tweehonderd dalassis voor het consult dienden direct betaald. Met acht andere vrouwen hangen we voorover, achterover, links en rechts op de aftandse ‘europese’ stoelen van de ‘womens clinic’. Het bordje naast de deur buiten vermeld dat de kliniek van maandag tot zondag open is van zes tot negen uur ’s avonds. Zeven dagen per week dus. Schijnbaar voldoende aanbod. Overdag werkt de dokter in Banjul heb ik me laten vertellen. Een dubbele baan dus.
Tegen achten beginnen de altijd zo geduldig en rustig wachtende vrouwen onrustig te worden. De een na de ander loopt naar buiten om te kijken of de dokter er misschien aankomt. Hun elders wachtende mannen verschijnen met vragende blikken. De assistente lijkt er ook niets van te snappen. “He is at home. His telephone is off.” Zuchtend neemt ze weer plaats achter het loketje van de toonbank die dienst doet als receptie. Als het half negen is neemt ze kordaat een besluit. “Watch this, my money is there”en ze wijst op haar plek achter het loketje.  Dan beent ze de kliniek uit. Op weg naar het huis van de dokter waarschijnlijk. Een klein half uur later komt ze terug.
”He does not come. He has headache.” Zo stil als de andere vrouwen dit bericht ondergaan zo woedend ben ik. Ik ontplof. “Its a shame! A shame!”schreeuw ik machteloos. Ieder normaal mens geeft zoiets toch door als hij een afspraak heeft?!
“He came all the way from Bansang. Thats why..” probeert de vrouw haar baas in bescherming te nemen.
Ondertussen probeert ‘het meisje’me aan mijn arm naar buiten te trekken. “Come Mama, come! Please!”
Ik laat me door haar mee zeulen naar buiten. Onder protest.
Tapha hangt al uren in de jeep aan de overkant van de straat, zijn hoofd op het stuur. De straat oversteken om rechtsomkeert te maken is een ramp tussen de rijen wachtende en weer optrekkende autos’s. Autoritair stel ik me voor een net stilstaande taxi op en maan hem over te steken met de jeep. Hij is te onervaren en al helemaal niet gewend aan rijden in de grote stad. Laat staan in het donker in de spits. Eenmaal veilig aan de overkant stel ik voor het stuur over te nemen. Ik voeg de jeep tussen de andere wrakken met veel te felle lichten. Ik verbaas me hoe andere auto’s de straat oversteken. Een taxichauffeur plaatst bij het oversteken zijn voorbumper dwars op een GillyGilly. Nee!roepen we alle drie geschokt uit.  Maar de driver van de GillyGilly geeft geen krimp om zijn zoveelste deuk en trekt even zo rustig weer op. De taxi voegt vervolgens in. Als we de drukte achter ons gelaten hebben en we gas kunnen geven naar huis besluit ik het stuur maar weer over te doen aan Tapha. Het is de keus tussen slecht in het donker zien maar goed kunnen rijden en onervaren rijden maar goed in het donker kunnen zien. Ik kies voor het laatste. We ruilen van plek. Tapha rijdt ons naar huis. Ik zeg wanneer hij moet schakelen, remmen, etc . Door de stress van de spits is hij erg onzeker geworden. En stil. Dan weet ik genoeg. Na drie hartverzakkingen vanwege tegemoetkomende auto’s die met groot licht ons rakelings passeren, komen we in Sanyang aan. Daar verblijf ik een paar dagen op uitnodiging van een Nederlandse kennis hier. Ik moest maar even tot rust komen op haar compound na al dat geruzie met de buren. Weg van alle stress.
Als het aan Afrika ligt kom ik nooit meer weg van haar heerlijke rustige pais-en-vree onderkomen met een tuin waarin de mooiste bloemen en planten.. de Hortus waardig.
Tapha en ‘het meisje’ zwaai ik uit. Voorzichtig! Roep ik hem nog achterna. Alsof dat helpt. Wanneer we weer naar de dokter gaan.. even niet.. maandag misschien. “But you have to find a solution for the transport!” roep ik onmachtig. Ik ga dit in het donker niet meer herhalen. Zoveel is zeker.

05 februari 2014

42 woensdag 5 februari




De zondagsrust lijkt weer gekeerd. Maar echt vrolijk ben ik nog niet. elk moment kan het weer veranderen. En inderdaad. Er wordt op de deur geklopt. Te zachtjes voor boze buren. Zacht genoeg voor kleinzoon Malang. Met een vriendje staat hij vrolijk te wezen aan het hek. Hoe hij het doet mag Joost weten maar hij weet me altijd precies duidelijk te maken wat hij wil. De auto's! Het jongetje dat bij hem is ken ik niet. Familie? Buurjongetje? Hij is duidelijk niet gewend aan speelgoed en scheurt met de houten wagentjes door de gladde betegelde gang in mijn huis. Na een kwartier hebben ze het gehad. Ok, opruimen dan. En ik wijs naar de bananendoos waar het speelgoed in zit. Hun altijd spiedende oogjes ontdekken "Toto en Denano". Kikker en Babypop. Feest. Ze bukken diep voorover zoals de vrouwen hier doen, leggen de pop en de kikker op hun rug en kijken vragend achterom naar mij. Tja, nu moet er een doek komen om de babies om hun lijfje te binden. "Bamboe!" Roepen ze. ja ik weet het, ze moeten vastgebonden worden. Een theedoek en een handdoek doen dienst als draagdoek. Trots lopen ze over de compound met hun babies.
 Eerlijk gezegd heb ik nog nooit jongetjes dit zien doen. Als de veel te kleine knoop loslaat zijn ze allerliefst tegen hun babies, buigen weer voorover en proberen zelf de doeken er omheen te doen. Ik laat ze maar prutten. Ondertussen bewater ik de garden.
Het is warm. Ik moet denken aan vroeger toen mijn moeder de teil 's ochtends vroeg al in de zon zette zodat we na school erin konden. Heerlijk! Dus haal ik de teil op. Als de jongetjes me zien aankomen is het ze meteen duidelijk. De babies gaan de boom in en zij in de klaarstaande teil. Ze kunnen niet wachten tot ik hem gevuld heb. De ene na de andere emmer plonst over hun bruine koppetjes. Feest!!
Als ze na een half uur de plek van de put in een enorme modderpoel veranderd hebben maan ik ze eruit te gaan. Afdrogen hoeft niet. In vijf minuten zijn ze droog
Tapha zit op de veranda. ook hij mag meegenieten van het spel. De babies worden op zijn schoot geplaatst als de jongetjes aan hun kop thee met melk lebberen.









04 februari 2014

41 dinsdag 4 februari

Ik heb mezelf verplicht een leuk verhaal te schrijven op mn blog. Ik betwijfel of me dat gaat lukken.
Het is niet dat het fietsen met kleinzoon Malang en zijn broertje Sako naar de beach van Gunjur  niet leuk was.  De jongetjes in hun nakie en ik in mn onderbroek te water. Moet kunnen. Een frisdrank bij de boomhut van Lida. Toch even wat afleiding. Plus dat de jongetjes even niet aan zichzelf overgeleverd waren.  De algehele teneur ( heet dat zo?) is gewoon niet al te positief. De rek is eruit lijkt het wel. Ik kan geen begrip meer opbrengen voor moeders die hun kinderen in de steek laten vanwege een Namingceremony of iets anders 'vreselijk belangrijks'.
Beelden van Amsterdam schieten zomaar door mn hoofd. En dat terwijl het steeds mijlenverweg is geweest. Ik ben dan ook opeens tickets aan het googelen en heb contact met de huisarts over een aanstaande operatie. Dat kun je toch nauwelijks een leuk verhaal noemen.
Verder heb ik moeite met eten en slank razendsnel af. Mijn buik en darmen straffen eten en drinken  direct af. Wat er boven in gaat komt er met krampen direct weer uit. Ik wijdt het aan de darmen die ik steeds terug moet drukken. Want om nou te gaan denken dat het weer iets anders is... nee.
Sowieso kom ik niet verder dan ontbijt en 'kontong'. Wat vaak slechts een broodje inhoudt. 's Avonds probeer ik Tapha te verrassen met een salade, maar de energie gaat me steeds meer beperken.
Morgen ga ik met 'het meisje' naar een privekliniek.
Tot zover dit leuke verhaal voor vandaag. Morgen is erweer een dag.

03 februari 2014

40 maandag 3 februari

De graat is eruit. Allah helpt niet als je een christen bent denk ik. Een flink stuk brood helpt wel. Ik ga dit niet melden aan de oude man natuurlijk. Laat iedereen maar geloven dat hij de grote gratenverwijderaar is. Ik ben voorlopig ook klaar met vis eten.
Zoals ik eigenlijk wel met meer dingen klaar ben. De 'dames' zijn vandaag in ganzenpas-met-emmers-op-het-hoofd vertrokken. Zou de rust eindelijk terugkomen op de compound? Mij is nu al beloofd dat ze zullen gaan bedelen bij me om toch echt door te gaan met 'farmen'. Onbespreekbaar. Ik wil ze niet meer spreken. Enige mogelijkheid om ze uit de weg te gaan is doof en blind voor ze te zijn. Met I/pod op en zonneklep vertrek ik ´s ochtends op de fiets naar... soms weet ik niet eens waarheen. Om pas ´s avonds als het donker is terug te komen. Slingerend , hortend en stotend over de mulle zandwegen met te diepe kuilen. Regelmatig ben ik een hartverzakking nabij en stap dan maar weer af om een stukje in het pikkedonker af te leggen.
Ben ik eindelijk thuis dan schrik ik me de rambam van een rat of muis in de kamer. Tapha is mn lichtpuntje. Die zet zachtjes de radio aan, eet een door mij klaar gemaakt broodje,m kijkt hoe ik internet en valt ontspannen in slaap.  Die rust van hem is om jaloers op te worden. Ik daarentegen breek me het hoofd hoe en wanneer ik me het best kan laten opereren in Nederland en hoe ik dat moet regelen vanaf hier. De buik gaat nu ook zeer doen en heeft duidelijk haar langste tijd hier gehad.


Volgende keer een leuk verhaal. Ik beloof het ;-)