12 februari 2014

46 woensdag 12 februari






We hobbelen juist op de hoofdweg af als ons een jongen van een jaar of dertien tegemoet fietst. Met één hand aan het stuur houdt hij een klein hondje tegen zijn borst gedrukt. Tapha remt direct af, buigt zich voorover om door mijn raampje de jongen te woord te staan. In het Mandinka uiteraard. Het lijkt me niet nodig het gesprek te volgen en kijk dromerig voor me uit.  Tot Tapha zich nog verder door het raampje wringt. “We need dog” hoor ik Tapha zeggen. Een seconde later  reikt de jongen het hondje aan en zie ik stomverbaasd hoe het kleine beestje via het raam op mijn schoot gezet wordt. De jongen maakt rechts omkeert. Hij gaat het volgende hondje halen als ik Tapha moet geloven. Vrijwel zeker was de jongen op weg om het diertje in de bush te dumpen. “There are too too much..” En zo zijn wij opeens een hond rijker.
Ik ben totaal geen hondenmens, maar je moet wel van steen zijn als je zo’n schattig diertje onderdak weigert. Van een bibberend bang onder-de-vlooien-schepsel is hij in een dag tijd veranderd in een schoon aanhankelijk speels hondje dat zijn knuffel heen en weer slingert alsof het een konijn is dat dood moet. Ik heb hem vernoemd naar mijn overleden poes Salsa: Sally. De betonstorters van de roundhut zijn gek met hem. Het is een gefluit en gesis, gesmak en geroep op drie meter hoogte.. alles om de aandacht van het diertje te trekken. Tapha heeft grote verwachtingen van hem. Het gaat een gevaarlijke waakhond worden als ik hem moet geloven. Dus waarschuw ik de omgeving nu alvast: “he is very dangerous!” en knuffel hem nog maar eens.
De dagen bij de roundhut rijgen zich aaneen. Vandaag was de derde werkdag. Voor niets anders is meer tijd. Ik ben er voor de koffie en het ontbijt. Voor de tweede bak om twaalf uur en voor de derde tegen vijven. Voor acht tot tien man alles regelen is nog een hele taak. Elke dag slepen we emmers met kopjes, gasfles en thermoskannen heen en weer. Jerrycans met water om te drinken en af te wassen. Verder elke dag heel veel zakjes suiker, stokbroden, mayonaise en koffiezakjes. Melkpoeder heb ik gelukkig op voorraad. Als ik klaar ben met het foerageren werk ik op het land. Vandaag een stuk land om laten spitten voor de toekomstige ‘nursery’.  Dat wil zeggen.. ik begin met het omleggen van de aarde, maar al gauw staat een van de jongens klaar om het over te nemen. Prima!!! Het slepen van water wordt dan mijn taak. Want zonder water kom je met geen schep de grond in. De jongens lachen als ze zien dat ik de denkbeeldige scheidslijn van de tuin verleg. “You add! “roepen ze gespeeld verontwaardigd uit. Dat ik de tuin slechts een stukje verplaats is ze duidelijk als ik antwoordt met “I also reduce!” Het Afrikaanse Engels is zo beperkt dat ik er met mijn woordenschat zowaar mee weg kom.
Wat betreft het aankopen van cement kreeg ik gelijk. Toen dinsdag de betonstorters kwamen bleek er geen cement. Dus snel naar de shop om drie zakken te halen. De volgende dag – vandaag – weer drie. Ik vrees nu al de betonvloer die binnenkort gestort gaat worden.
Plannen is niet de sterkste kant hier.









Geen opmerkingen: