In de garage van Omar om 10 uur ’s ochtends. Ongeveer. Want
een horloge draag ik allang niet meer. Dat zweet en irriteert. Zijn vrouw Oumi
komt aanlopen met een grote lap die ze met armen wijd voor me houdt. “Tineke,
put this on while Ami is plating you.” Ik zit op een piepklein laag krukje voor
de 24 jarige Ami die mijn haar gaat vlechten. Keurig voor het weekend. Ik denk,
wat moet ik met die lap? Een kapmantel? Kan me dat niet voorstellen. Dan kijkt
Oumi afkeurend naar mijn veel te grote blote benen onder een te korte rappa.
Aha! Ik kan zo niet aan de weg zitten! Ik sta op en sla de doek om mijn middel.
“Tineke Tineke!”roept Oumi gekscherend uit, en ze wikkelt de rappa netter bij
me om. Ok, ik kan er niet mee zitten. Ik doe mijn best om me zoveel mogelijk
aan te passen en leer elke dag. Of het nu om koken gaat of tuinieren. Over een
Arabisch gebed mee ‘zingen’ dan wel het ABC in het Arabisch opzeggen. Dit jaar
is het tijd om zoveel mogelijk te leren. I like that.
Toen ik gisteren tegen vieren thuis kwam van het ziekenhuis
had ik 5 minuten voor mezelf. Want al snel sprong Sako over de muur om de deur
voor Fatou en Malang te openen. Het was alweer bewater-tijd. Alle bananen moet
ze een emmer water per stuk geven. En ze vindt het fijn om te doen. Met enorme
halen trekt ze de zware emmer omhoog uit de put. Ze vult de emmers die ze heeft
klaar gezet en de 7 jarige Sako sleept ze naar de planten. Na twee weken zelf
veel te hard ploeteren is het nu tijd mijn mensen in te schakelen. Fatou werkt
in Natura om haar schoolboeken terug te betalen. Maar voor maandag heb ik
Sulijman van de bijenfarm gevraagd te helpen met het schoonmaken van de rest
van de bananen. Hij en zijn maat kunnen het geld goed gebruiken en willen
dolgraag een dagje bij me werken. Ze hebben er verstand van en begonnen direct
al de boel te inventariseren. Dit moest gekapt, dat gesnoeid, etc etc. Mij
best. Ik vraag Matou of ze voor maandag lunch voor ze wil maken. Want werken
alleen voor loon is niet genoeg.
Malang en Mustafa – dikke vriendjes sinds hun geboorte –
kwekken er op los tegen mij: “Tineke, cadeau mmomoo haddie kaloo mbang. Pohpoh”
. Ja ja ja zeg ik, en zij denken dat ik begrijp wat ze zeggen. Niets is minder
waar, ik begrijp hooguit een enkel woordje van hun kleutertaal. Ik probeer uit
de situatie af te leiden waar ze het over hebben en verder moet ik het doen met
hun gezichtsuitdrukking en de kleine vingertjes die ergens op wijzen. Ja ja , zeg ik nogmaals en wijs ook op het
stukje grond bij de muur. Ze rennen er naartoe, doen hun broekjes omlaag en
zetten hun gezichtje op persen. Aha, ze moeten poepen! Wat wordt er van mij
verwacht? Ik vul een schaal met water. Al gauw steken ze hun kontjes in de
lucht en laat ik het water erover kletteren. Ze gieren het uit van het lachen.
Ongetwijfeld is dit niet wat ik hoor te doen en dus maken we er maar een
spelletje van. Ik giet water over hun lieve kroeskoppies. Wilder kan ik ze niet
krijgen. Ze springen in de lucht en opeens weet ik wat we gaan doen.
"Nana! Njang!” Kom kom hier! En we rennen naar de put. Ik zeg ze bij de bananenplant te gaan staan en tap een emmer water. Met grote ogen en een zo nog grotere lachende mond staan ze vol verwachting klaar om het water over hun lijfjes te laten stromen. “Banana killing! Banana fula! Banana saba!” banaantje 1, banaantje 2, banaantje 3…Plons pons plons! Ik ben zelf weer kind en geniet! Na vijf keer plonsen is het een enorme modderpoel geworden rond de put. Als ik zeg dat we stoppen zijn ze al weg om als aapjes aan de baobab boom heen en weer te slingeren. Als die tak maar niet afbreekt! De kleintjes zien in niets gevaar en de komende uren verzinnen ze spelletje na spelletje terwijl hun grote zus en broer aan een stuk door de planten bewateren.
"Nana! Njang!” Kom kom hier! En we rennen naar de put. Ik zeg ze bij de bananenplant te gaan staan en tap een emmer water. Met grote ogen en een zo nog grotere lachende mond staan ze vol verwachting klaar om het water over hun lijfjes te laten stromen. “Banana killing! Banana fula! Banana saba!” banaantje 1, banaantje 2, banaantje 3…Plons pons plons! Ik ben zelf weer kind en geniet! Na vijf keer plonsen is het een enorme modderpoel geworden rond de put. Als ik zeg dat we stoppen zijn ze al weg om als aapjes aan de baobab boom heen en weer te slingeren. Als die tak maar niet afbreekt! De kleintjes zien in niets gevaar en de komende uren verzinnen ze spelletje na spelletje terwijl hun grote zus en broer aan een stuk door de planten bewateren.
Ondertussen is Sulijman van de bijenfarm gearriveerd met een
bak sla-plantjes. Dat is fijn! “Abarrakaa bake Sulijman!” Dank je wel! Steeds
probeerde ik erachter te komen hoe ik aan sla kon komen, hetzij zaad, hetzij
plantjes. “Moeilijk moeilijk” was iedere keer het antwoord. “Misschien bij een
vrouw in het volgende dorp. Misschien bij een man dichtbij het strand.” Moeilijk dus, maar waarom?.. geen idee!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten