21 februari 2014

49 vrijdag 21 februari

Het is weer eens heet voor de verandering. Om half een ben ik uiteindelijk op "kang-kange-toe' - mn landje - om de mannen koffie te geven en de bananen en oranges water. Te te heet. Ook nog op de fiets. De hele ochtend wachtte ik tot Tapha met de jeep terug zou komen. Maar in zijn enthousiasme - wetend dat vrijdag maar een halve dag is - is hij met de andere jongens aan het werk gegaan. De grond het huis in rijden met een kruiwagen. Uiteindelijk zou de grond dan binnen met 50 cm opgehoogd zijn. Daarna wordt er beton gestort.

De grond is vrijwel weg geschept als ik aankom. Senie sturen we weg voor brood met spaghetti. Eigenlijk bedoeld als ontbijt. Dat eten de boys naast de koffie. Maar het duurt zo lang dat ze uiteindelijk teleurgesteld de koffie 'kaal' opdrinken. Vlak voor het vrijdaggebed komt Senie aankakken met de stokbroden in doorweekt krantenpapier. "I had to go to marketside" verontschuldigt hij zich.

Alles alles alles is omslachtig. Niets gaat eenvoudig. Daar word je moe van. Doodmoe. Was ik vanochtend om acht uur alleen maar even eruit gegaan om de hand  haar plasje te laten doen, moet je water halen om de pies en poep van afgelopen nacht op te ruimen. Eenmaal bezig dweil je ook maar de opgedroogde plasjes elders in het huis, zet je water op voor koffie, meng je melkpoeder met water tot melk, kook je havermoutpap, verschoon je het bakje water voor de vogels buiten de veranda, maak je nog 'even' de ontbijttafel schoon (een kratje met daarop een grote platte schaal)... Ondertussen zijn de jongens wakker geworden. Saliou vraagt om de plastic stoel  'Because I want to sit under the sun"   en Tapha droomt wat voor zich uit met een papaya op schoot. "Make some Coffee please" suggereer ik, inmiddels doodop. De havermoutpap meng ik met deggé ( pindakaas!) en moet daarmee op 'satoo' lijken. Allemaal best zie ik Tapha denken, "I eat papaya!"
Maar daar komen mijn kleine mannen om de havermoutpap soldaat te maken. Ze hebben de irritante kleine Omar mee gebracht. Ik mopper tegen ze dat ik daar geen zin in heb. Beschermend leggen ze hun handje om zijn middel en loodsen hem terug naar de hoofdweg. Nee! Niet weer samen de hoofdweg oversteken please!
Dat dat alsmaar goed gaat..! Dus loop ik in mijn veel te blote rappa met ze mee om het jongetje te lozen. De buren roepen me. Stoïcijns negeer ik ze, me ondertussen verbazend over zoveel lef. Me het leven zuur maken en dan nog olijk groeten ook.. Zelfs vorige week probeerden ze nog om acht uur in de ochtend hun uien water te gaan geven. Met het vriendelijke verzoek de compound te verlaten duwde ik ze met moeite richting toegangsdeur. Hun kans daarop is dik verkeken nu de politie eraan te pas gekomen is. Toch zullen ze het blijven proberen tot de boel niet meer te redden is. Lullige is dat mensen mij erop aankijken dat zij zo stom zijn geweest die groenten te planten terwijl ze al weggestuurd waren.. Zelfs Matou bidt me de uien alstublieft niet dood te laten gaan, haar pruik ondertussen voor mij op de grond gooiend.
Ik zucht nog maar eens en hoop dat ze zich de laatste week koest houden.

Geen opmerkingen: