11 december 2013

12 woensdag 11 december


Brikama, Kombo Clinic van Dr. Yassi.
We hebben een abonnement. Gisteren tegen zessen – ik was doodop en hoopte even te kunnen relaxen na een dagje school en wat-al-niet – stond buurvrouw Fatou voor de deur. Abdoel de sikkelcel patient was zo slecht dat hij met spoed naar de dokter moest. Altijd weer wonderlijk dat ze zo’n boodschap met een smile brengen. Je denkt dan al gauw dat het wel mee zal vallen. Niets was minder waar. De crisis waarin hij sinds vorige week maandag verkeert was wederom toegenomen. Hij kermde het uit van de pijn in zijn ledematen en schreeuwde om hulp. Nu woont Dr. Yassi in Gunjur en normaal gesproken komt hij tegen zevenen thuis van de kliniek in Brikama. Het zou dus wachten worden.
Op de compound stond een verlaten ziekenhuisbed, verroest en door zijn hoeven gezakt. Omdat we geen andere keus hadden legden we de jongen op het scheve bed zonder matras. Abdoel was er duidelijk niet blij mee.  Ik vroeg om een laken of iets anders waarmee we hem zouden kunnen bedekken. Het leek langzaam door te dringen, maar uiteindelijk kwam er en batik lap tevoorschijn. Een familielid zette een stoel naast hem neer, daar moest ik maar op plaats nemen. Zelf bleven ze op gepaste afstand staan en hangen.  “Medelijden” schiet het door me heen, in de meest letterlijke zin van het woord probeer je met hem mee te lijden. In de hoop dat het de pijn wat verzacht. En dus zat ik hand in hand met hem en kneep hij me bijkans fijn als de pijn niet te harden was. De mensen hier hebben niet geleerd dat te doen en dus zal ik de laatste zijn die het ze kwalijk neemt. Maar om nou te zeggen dat het me makkelijk afgaat, nee dus. Het snijdt in mijn hart en soms weet ik zelf niet waar ik het zoeken moet. Toen de zon onderging en ik nog steeds in mijn blote kloffie naast het bed zat, zag ik mijn kans schoon om even te ontsnappen aan de ellende. Ik racete naar huis, smeerde me in met muggentroep en propte een stuk brood met tomaat, mayo en ei achter mijn kiezen. De andere helft van deze lekkernij smeet ik in mijn tas voor je-weet-maar-nooit. 
Op internet had ik gelezen dat morfine in dit soort gevallen de enige remedie is. “Not yet” antwoordde de arts steeds als ik hem vroeg of het daarvoor geen tijd werd. Tot nu toe had ik Abdoel elke dag drie diclofenac gegeven en een maagbeschermer. Van mijn eigen 'apotheekje' weliswaar. Nu dat dus niet meer hielp werd het echt tijd voor zwaardere middelen. Ik nam Dr. Yassi apart en vroeg hem weer naar de morfine. “I don’t have it” meldde hij met een spijtig gezicht. “Maybe tomorrow I try to get the plasters of morfin”..
En daar zitten we dan. De pillen diclofenac had ik  gisteravond  in overleg met de arts vervangen door een zetpil van 100 mg. Vanochtend voor vertrek nog maar eens de tweede in laten brengen door een van de jongens. Niet nadat ik benadrukt had dat ze eerst het plastic eraf moeten halen. Want ik kijk nergens meer van op ;-)
Ondertussen doen zich ook wel de meest grappige en idiote situaties zich voor. Zo stond vanochtend een verkoper zijn kleding te showen op de compound aan Amie, de vrouw die altijd mee naar het ziekenhuis gaat.  Sinds vorige week breng ik geen benzine meer in rekening. Maar nu zag ik toch mijn kans schoon erover te beginnen. “If you can buy clothes you also can buy petrol!” zei ik haar. Ongelovig keek ze me aan. Had ze het niet verstaan?  Buurmeisje Arrogi verstond het wel degelijk.  Lachend en stampend liep ze op Amie toe om haar te vertellen dat er vijf liter benzine gedokt moest worden. Die keek me zo nog ongeloviger aan.  “ Jaha”  herhaal ik nog maar eens  “ als je geld voor kleren hebt kun je ook benzine betalen.”  Ze riep de grootmoeder. Die schuifelde naar achter en kwam terug met een rolletje bankbiljetten. Goed zo Tien, laat niet over je lopen. En de was mocht ook wel door iemand gedaan worden, opperde ik. Door al die dagen in het ziekenhuis heb ik nergens tijd voor. Buurmeisje Adama maakte een gebaar dat ik het maar moet brengen. 

Omdat de zetpil nog niet uitgewerkt is, loop ik even terug naar mijn compound om snel wat kleding bij elkaar te harken. Ik bind alles in een handdoek, strooi wat Oma in een plastic zakje en overhandig het pakket aan Adama.
 Abdoel hangt tussen twee jongens in op weg naar de auto. Daar gaan we weer. De zon is heet en ik bereid me voor op het zoveelste dagje ziekenhuis. Gelukkig heb ik mijn laptop bij me en hoef ik me niet te vervelen. Abdoel is rustig. De zetpil en de twee paracetamollen doen hun werk. Waar Dr.Yassi is… geen idee. Afwachten maar. Zoals altijd.


een meisje kijkt toe vanuit de deuropening

Geen opmerkingen: