16 december 2013

15 maandag 16 december

Twee uur geleden begon ik aan een stukje voor hier. Het begon zo:
 "Al meer dan een maand ben ik hier. Al lijkt het misschien kort, het voelt als maanden. Mijn huis kan ik met moeite voor de geest halen. Heel Amsterdam trouwens. Wat gelukkig blijft zijn mn vrienden en vriendinnen. Maar die lees ik ook af en toe op internet.
De rust is zojuist weer gekeerd. Malang en Mustapha kwamen hysterisch op me af rennen toen ik uit Serekunda kwam. Ze hadden me sinds vrijdag niet meer gezien. En dus ook hun speelgoed niet. De weekends zit Malang en familie in Kartong. Zondagavond zet Matou ze op de GillyGilly terug naar huis. Oudste dochter Fatou zorgt dan voor ze. Hoewel zorgen in onze ogen iets teveel is gezegd. Laatst liep Malang om negen uur ’s avonds nog in een onderbroekje en hemdje rond. Ik gaf Fatou de opdracht hem iets warms aan te trekken, wil hij niet net zo’n akelig hoestje krijgen als zijn boezemvriend Mustapha. Maar dit terzijde.."
Piep! Krakkkk! De deur van de poort kraakt in zijn voegen. Iemand wil erin. " Nee"  roep ik "Doo koe ooo!"  Ik ben aan het werk. Mijn naam wordt geroepen. Verdomme, waar zijn mn schoenen! En slof door het zand over de compound op de toegangsdeur af.  Een buurjongetje met een zwart plastic tasje bungelend aan zijn dunne armpje, overhandigt mij een briefje. Het is van Lamin, met wie ik samen voor Abdoel in het ziekenhuis zorg. Zijn tante heeft tomaten. Of ik die wil kopen a 15 dalasis. Gellukkig staat er een telefoonnummer bij. " Sorry man, very kind of you, but I just bought a full bucket from somebody."  Oftewel, ik kom even om in de tomaten. Het kind blijft staan. " Taa suokonoo please!" Ga maar naar huis! Pas als ik hem een zetje geef en de deur vergrendel lijkt de rust terug.
Ik zit nog niet of de volgende dient zich aan.  Ik wil niet weten wie het is en roep weer dat ik aan het werk ben. Maar degene achter de ijzeren deur geeft niet op. " Tien Two!" klinkt het dwingend. Manlafi, onze beste vriend van de NGO Tarud. Hij heeft een stempel in mijn paspoort verzorgd. Ik probeer me te herstellen en nodig hem vriendelijk uit vooral plaats te nemen in een van de enorme crapauds die het huis rijk is. Hij zakt er uitgebreid in weg met zijn schitterende zilvergrijze kaftan." Tien Two. What happemned to your phone?!" Niks, gewoon, geen interesse om op te nemen of te kijken welke missed-calls ik heb. Het is zonder foon al druk genoeg. " I went all the way to Banjul to fix this for you." Oh hemel, maar even heel lief zijn nu. Helemaal naar de hoofdstad afgereisd  voor mij? " You deserve it Tien Two! You deserve it!. But please pay the fair and the lunch. I had nice food in a restaurant". Alarm!  Dokken Tien, niets gaat hier voor niets, ook niet bij goeie vrienden. " How much?" en grijp naar mn inmiddels alweer lege geldtasje. " Two hundred and ten dalasis" besluit hij met een vastberaden gezicht.  Ik pak het laatste duizendje. Er komt geen eind aan, het geld vliegt er doorheen. Gelukkig is de koers goed voor de euro ;-)
Manlafi vertrekt. Meteen staat Fatou weer voor mijn neus. Die was ik helemaal vergeten. Ze heeft de tuin zojuist voor me bewaterd.
"Please can you help me for a moment to take the sheets from the bed and bring them to Adama?" Het bed moet nodig verschoond. Een dezer dagen ga ik Abdoel uit het ziekenhuis halen. ik heb beloofd geen benzine in rekening te brengen. Maar dan mogen ze wel een was voor me doen. Snel snel snel raggen we alles van bed. De laptop wacht. De stroom is alweer te weinig nu de zon inmiddels bijna onder is. Solar,  heel leuk en verantwoord, maar weinig practisch dat je het alleen tussen een en half vijf kan gebruiken. Dan ben ik meestal weg. Als ik de laptop uit de slaapstand haal begint de solar te piepen. Wat heet, te krijsen. Stop! Ik ren naar de inverter en ontkoppel.  Gewoon maar kijken hoe ver ik kom.
 Niet ver. De virusscanner heeft foute boel aan getroffen en start de laptop opnieuw op.
Nu toetert er iemand luiden dwingend voor het hek. Tumani. Hij stalt zijn auto op de compound. Ik wordt gek.. Ik val ongecontroleerd woedend tegen Tumani uit. Hij heeft weer het hek open gelaten. Dan kunnen de schapen zomaar binnen lopen. "It is not me" roept hij lachend. Wie dan wel vraag ik me af en banjer met grote passen op de veranda af.Weg van die vreselijke deur die iedereen maar binnen laat " I am working. I mean.. I try.." en ga met mijn rug naar de toegangsdeur zitten. Alsof dat helpt ;-)

Sorry, leuker kon ik het niet maken vandaag. Serekunda was wel even leuk, ouderwets met openbaar vervoer. Lapjes gekocht voor een broek.






 

Geen opmerkingen: